Ik ken mijn eigen beperkingen redelijk. Er zijn van zelfkennismodellen en in één ervan is er sprake van een bekend-zichtbaar gebied, een onbekend-zichtbaar, een onbekend-onzichtbaar en natuurlijk een bekend-onzichtbaar gebied. Het komt er op neer dat bepaalde facetten van jezelf (on)zichtbaar zijn voor anderen en (on)bekend voor jezelf zijn. Gedurende je leven in de ruimste zin van het woord leer je het gebied bekend-zichtbaar en bekend-onzichtbaar steeds beter kennen en uitbreiden door de onbekende en onzichtbare gebieden te leren ontdekken. En volgens het model zal je dan wel gelukkig worden.
Als je mij 20 jaar geleden gevraagd had wat voor een type mens ik was, dan kon ik met de hand op mijn hart beweren dat ik een rustig persoon was, die open stond voor alle mensen om hem heen, zeer toegankelijk zelfs. Dat beeld was mijn wens en mijn wens was sterker dan mijn zelfinzicht. Mijn wording was wie ik dacht te zijn. Ik was toen ook hoogst verbaasd dat een collega therapeut tegen me zei dat ik veel rustiger met clienten om moest gaan en ze tijd moest gaan geven om iets in te voelen. Steeds vaker kwam ik er achter dat ik heel snel dacht en handelde en me bijna niet voor kon stellen dat er mensen waren die dat anders deden.
Een baby hebben voor het eerst is als het schrijven van de lege pagina’s. Je vult in het begin zelf veel in en naarmate hij groter wordt en meer zelf doet, wordt de invulling steeds reactiever. Maar ergens willen ouders een beeld krijgen van hoe ie is. Ons werd verteld in het begin dat Chris een drukke baby was. Dat hadden we zelf ook wel door. Hij wil altijd alles bewegen en is gevoelig voor allerlei prikkels, muziek, geluid, licht, geur, noem maar op. En aangezien de tijdsgeest dit soort kinderen veel produceert, wordt daar door de zorg op gereageerd: drukke kinderen moeten de rust vinden. En dat is nou net wat ik moeilijk vind. Ik wil graag veel tegelijk doen, TV kijken en computeren met drie schermen open is meer regel dan uitzondering. Het liefst slaap ik ook met Discovery op de achtergrond aan. Maar alhoewel ik me daar goed bij voel, is dat voor Chris slecht. Ons is geadviseerd om dit in de vorm van rituelen te doen. Wij dachten dat het goed was om Chris in zijn wippertje te zetten als ie wakker oogt, maar dat was hem dus niet. Beter is om de baby (die volgens het consultatiebureau 18 uur per dag slapen moet) steeds hetzelfde ritueeltje te geven en lekker op zijn eigen donkere kamer in slaap te laten vallen. We mogen zelfs niet teveel wiegen en tuttelen. Nee, een kind moet in bed zelf in slaap vallen en mag best een half uur huilen.
Nu wij hier al een week of 4 actief en steeds beter mee omgaan kan ik je zeggen dat het ook echt zin heeft. Chris is rustiger en is ook goed gewend aan de rituelen en erger nog, hij geniet er van. Dat is mijn drijveer want ik vind het saai. Ik mis zelfs Chris in zijn wippertje die lekker zelf aan het kraaien is, het komt nog maar zelden voor. Maar nu Chris een beetje ziek is merk je ook dat het hem erg helpt om in slaap te komen op de voor hem bekende manier. Het is een beetje hetzelfde waarom je een olifant leert een poot op te tillen. Het is echt niet nuttig om hem op 3 poten te laten balanceren, behalve als je zijn poot moet onderzoeken, omdat hij ziek is. Dan merk je de investering van een goed ingebakken ritueel.
Op verzoek van een aantal trouwe bezoekers van deze site heb ik foto’s gemaakt van het inbakeren van Chris. Bij het terugkijken viel me ook echt op hoe gelaten en prettig hij het vindt om een worstje te worden, maar oordeel zelf. Als je klikt op de foto’s zie je ze in het groot.
Inbakeren gebeurt met twee doeken. De baby wordt dan ook twee keer ingewikkeld. Door de wrijving kunnen de doeken niet meer makkelijk los. En het tevreden snoetje spreekt ook boekdelen.