Toen Chris net geboren was, ik bedoel in minuut twee of zo, toen de eerste tranen bij mij gevloeid hadden van alle spanning en de liefde die ik voelde bij de aanblik van Chris op de borst van Martina met zijn kleine oogjes een beetje open en een paar pruttelgeluidjes, dan ga je pas echt kijken naar dat mannetje. Ik weet nog dat ik ineens bedacht dat ik foto’s moest gaan maken en pakte de camera.
Weken van te voren hadden we besproken dat we geen foto’s van de daadwerkelijke bevalling zouden maken. Ik heb wel eens van die foto’s onder ogen gekregen van een te populaire vader die zonder géne de volledigheid van zijn vrouw ingezoomd aan mij wilde tonen. Een blik van afkeuring leverde een uitleg van ‘hoe natuurlijk’ dit allemaal is. En mijn lompe eerlijkheid leverde een scheef gezicht op. Ergens wilde hij aan de wereld laten zien hoe goed progressief hij was en had hij niet verwacht dat iemand dit zou kunnen afkeuren. Ik, daarentegen, had zijn vrouw best gefotografeerd willen zien, maar zeker niet zo.
Door de lens kijkend, ingezoomd, begonnen de details mij voor het eerst op te vallen. Chris was niet een verfrommelde baby, maar was mooi gaaf, zonder vouwen in zijn gezicht. Ook geen huidsmeer, dat ‘was al gebruikt’ zei de arts. Chris heeft mijn neus, dat was het eerste wat opvalt. En meteen daarna zag ik de lange vingers van Martina en het spleetje tussen grote teen en die daarnaast, zoals zijn moeder dat ook heeft. Hij had een flinke bos haar, ook van zijn moeder want ik ben langzaam kaal aan het worden. Aan de rest van zijn lichaam valt valt nog niet zoveel te vergelijken.
Eigenlijk is het wel raar hoe weinig je van die tijd nog weet. Ik weet niets van toen ik baby was. Ik kan me foto’s voor de geest halen die ik als kind bekeken heb, maar dat is herinnering in tweede instantie. Van het baby-zijn kan ik me niks meer herinneren. En misschien is dat wel heel goed. Tenslotte is het een hulpeloze, cognitief beperkende periode, die emotioneel varieert tussen tevredenheid en groot ongenoegen, elke drie uur weer, tussen honger en slaap. Misschien is het wel zo traumatisch dat je daarom niets meer herinnert, gewoon een natuurlijk fenomeen ter bescherming van de kwetsbare psyche.
Voor mij als vader is dat baby-zijn een uitdaging om goed te doen. De bewustheid die ik voel bij de keuzes die ik maak en de vele pogingen met al dan niet resultaat, maken dit een heel boeiende periode die ik waarschijnlijk niet vergeten zal. Chris groeit naar me toe, beeld ik me in, maar zeer waarschijnlijk groei ik naar Chris toe. Hoe deze processen hormonaal verlopen weet ik niet. Endorfine zal een belangrijke daarbij zijn, aangemaakt door de vertrouwdheid van samen dingen doen en uitproberen.
Mien Olde Voader stuurde me een foto van mezelf met de mededeling dat hij vond dat Chris en ik wel erg op elkaar lijken. Dat is voor een vader een groot compliment, misschien voor de zoon wat minder. Maar op dit moment is hij nog maar een baby die dit allemaal weer vergeet.
Erg leuk stukje weer, je bent een carrière als schrijver misgelopen!