Week 12 (8 april 2008) ontwikkelen “het 100e verhaal”

Volgens oei ik groei, dat wel de bijbel mag heten de opvoeding, loopt onze Chris een kleine beetje achter. Op de na gymnastiek waar Martina trouw elke dinsdag naartoe gaat, ziet ze allerlei baby’s die al een aantal dingen kunnen dat Chris niet kan. Het begon al met het doorslapen. Chris is de oudste baby van het stel, maar vooralsnog was hij de enige die niet hele nacht door sliep. Ik heb al uitgelegd dat dat waarschijnlijk mijn fout was. En dat opgeschreven hebbende viel ook een last van mijn schouders en waarschijnlijk bij die van Chris ook. Als donderslag bij heldere hemel slaapt hij al een week lang heel wat uurtjes op een nacht. Het heet nog niet altijd doorslapen maar nachten van een uur of zes maakt Chris regelmatig. Het is nu van onze planning om dat ook midden in de nacht laten vallen.

Op andere gebieden is Chris echter ook wat traag. Een baby van zijn leeftijd hoort speeltjes, rammelaars, kraak boekjes en Nijntjes vast te willen pakken. Chris vindt het allemaal bere interessant om naar te kijken maar zijn handen zijn nog veel te ongecoördineerd om er ook doeltreffend naar te grijpen. Het lijkt alsof hij alles aan het inhalen is want de afgelopen twee dagen is hard bezig geweest om dit verder te ontwikkelen. Zijn vreselijk leuke rammelaar met kraaltjes en een nijntje zit ineens vast in zijn knuisje en hij beweegt er lustig op los. In het boek oei ik groei wordt dan gesproken van een groeispurt. Ik merk wel dat Chris beter in zijn vel zit. Hij is steeds meer instaat om zijn eigen geluk te bepalen. Dat is ook logisch als je steeds meer kunt. Ik moet er toch niet aan denken dat ik op mijn rug in een box zou moeten liggen en niets zou kunnen. Nu zijn de behoeftes van Chris natuurlijk wel anders dan die van mij, maar ook Chris heeft daarin zijn grenzen. Onze baby kan vrij goed alleen zijn. Een halfuur in de box is meer regel dan uitzondering. En als hij dan wil weten waar je bent dan gaat hij niet huilen, maar schreeuwt hij een paar keer hard, duidelijk de vraag: waar zijn jullie? Een andere ontdekking van Chris is de tv. Ik weet zelf ook hoe verslavend dat apparaat is, Chris vindt alle kleurtjes en geluidjes enorm interessant. Pokémon is nu niet echt voor kleine baby’s. Gelukkig snapt Chris nog helemaal niets van dat gevecht onderling en dan net doen dat dat een vriendschappelijke wedstrijd is. Maar alle kleurtjes en hoge stemmetjes vindt hij helemaal geweldig. Mijn goede vriend Paul gaf mij het wijze advies: zorg ervoor dat ze de tv helemaal geweldig vinden, dan zul je zelf veel plezier van hebben. En dat is natuurlijk ook zo. Het is ook enorm grappig om te zien dat die kleine baby programma’s zoals Nijntje en teletubbies toch nog een extra effect op Chris hebben. Het lijkt wel alsof ze psychologisch of misschien wel biologisch een bepaalde mate van beïnvloeding hebben gevonden die baby’s helemaal geweldig vinden. Laten we eerlijk zijn: niemand vindt nog een keer leuk. Maar omdat baby’s het zo leuk vinden en ouders dat herkennen, vinden ouders het ook leuk. Maar baby’s vinden het echt leuk.

Ik heb er nog geen beelden bij wat ik vind dat goed voor Chris is en wat niet. Ikzelf vind het heerlijk om mee te gaan met de technologische ontwikkeling en daar veel tijd in te steken. En waarschijnlijk zal Chris dat dus ook gaan doen. Sommige ouders zullen mij vervloeken, maar ik zie veel goede dingen die kunnen met een computer. Ook ben ik principieel zeker niet tegen virtuele spelletjes. Ook vrienden op afstand, misschien zelfs over de hele wereld, zei wat mij betreft prima. En dan komt het woordje balans weer om de hoek zeilen. Kinderen moeten buiten spelen. Lekker ravotten in de bossen en vies worden. Ik wil liever niet dat Chris een computer nerd wordt. Dan zal ik beter mijn best moeten gaan doen om ervoor te zorgen dat hij lekker buiten gaat spelen. Maar ik kan het bijna niet anders voorstellen dan dat de ontwikkeling op technologisch gebied de aankomende jaren zo snel zal gaan dat kinderen niet beter meer weten.

Ik ben ook bezig met een technologische ontwikkeling. Dit verhaaltje heb ik geschreven zonder te typen. Microsoft heeft in de nieuwste versie VISTA spraakherkenning verwerkt. Stom genoeg alleen in het Engels, maar het heeft me wel aan het denken gezet. Mijn goede vriend Peter heeft mij jaren geleden eens een programma gegeven dat al werkte op een 386 computer. Na tien uur oefenen was het programma in staat om op een heel traag tempo gedicteerd te worden. Ik was toen al onder de indruk. En nu.. het programma heeft zich ontwikkeld. Na installatie duurt het ongeveer 5 minuten voordat het programma gewend is aan je stem. Hij is dan al voor 92 procenten gewend aan de taal en je stem. Die laatste acht procenten leert hij al werkende weg. En niet alleen dicteren, maar ook commando’s aan de computer geven kan hij prima. Het is een stukje technologie waar ik enorme voordelen inzie. De laatste jaren heb ik gemerkt dat het typen maar steeds slechter afging. Veel letters kwamen in de verkeerde volgorde op het scherm. Of dit nu een vorm van dyslexie is, dystypie of zo, weet ik niet. Wellicht dat het te maken heeft met de ouderdom en dat ik daar nu eindelijk aan moet gaan geloven. Ik ben ten slotte 39. Ik zie Chris over een aantal jaar al voor de computer zitten met zijn microfoontje en al pratende zal er een werkstuk verschijnen, deels gekopieerd van het Internet, deels geherformuleerd in zijn eigen woorden. En frustrerend genoeg zal hij er sneller in zijn dan ik.

Philippe

geboren in 1969, al heeel lang in het onderwijs, passie voor muziek, een eigen bedrijf, mooie dingen maken, PC fanaat, vooral strakke Dell latitude E laptops, kwaliteitsbewaker en wil daar graag verder in.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *