jaar 3.9 Zinloos onderzoek

De mens heeft altijd wel wat te klagen toch? Ik heb lange tijd in mijn leven gehad, dat als iemand aan mij vroeg hoe het met mij ging, ik eerst begon met alle dingen die mis waren. Het leek, althans in mijn brein, alsof ik dan een stuk interessanter was. Het gewone leven had niet de allure dat ik wilde. Alhoewel mijn neiging nog steeds in die richting gaat begin ik ook steeds meer bewust te kijken naar de positieve ontwikkelingen zo rond mij heen. Dat is best moeilijk voor me. De linkse positievo’s hebben we in de loop der jaren zo’n allergie bezorgd dat waarschijnlijk eerst een goede therapie er tegenaan gegooid moet worden alvorens ik het uit mijn systeem verbannen heb.

Chris kijkt graag naar de goede dingen in het leven. Zo krijgen wij regelmatig complimentjes van hem. Als het haar van Martina leuk zit komt er spontaan een ‘wat ben je mooi ‘ uit. Ook wordt mijn fysieke kracht in vele toonaarden bezongen door hem. En is zijn ontdekkingstocht voor lichaamsdelen en vooral hoe groot deze worden ‘ als je later groot bent’ soms erg complimenteus. Hij vindt het ook erg leuk om complimenten te ontvangen. Hij krijgt een heerlijke glundering rond zijn mond als hij een nieuw T-shirt je aan heeft en hij trots paraderend door de bovenetage dendert.

Ik kan niet anders zeggen dan dat het plassen op het potje een heleboel heeft losgemaakt bij hem. Het lijkt wel alsof de zelfstandigheid door  deze sprong ineens veel groter is geworden. Alsof hij deed had moeten meemaken voordat hij de volgende stappen in zijn leven zou kunnen zetten. Het laatste half jaar heeft natuurlijk in het teken gestaan van het slechte eten. Tenminste zo geldt het voor ons. Voor hem heeft het in het teken gestaan van het zoeken naar de grenzen en kijken of hij zijn zin kon krijgen. Dat gecombineerd met een slechte eetlust heeft geleid tot slecht eetgedrag. Maar het kwam ook op andere fronten naar voren toe. Zo was het elke keer een drama om de TV uit te zetten. Of als we gingen wandelen en we gingen weer naar huis, kon meneer dreinend gillend mee naar huis worden gesleept. Het ging goed zolang hij zijn zin kreeg, en daarna …

nu gaat het nog steeds niet altijd goed. Maar dat is niet zo erg. Tegenwoordig, ik kan zeggen de laatste twee maanden, en dat komt toevalligerwijs ook overeen met het plassen op het potje, kun je afspraken met hem maken. De consequentie tussen gezellig gaan fietsen met papa en dat het veel leuker is om niet te gaan huilen als we weer naar huis toegaan zodat papa de volgende keer weer zin heeft, lijkt iets bij hem te kunnen raken. Regelmatig komt het zinnetje bij hemzelf eruit ‘ ik ga niet huilen hoor papa ’ en dan bedoelt hij die situaties die voor hem lastig zijn, of waar die iets meemaakt wat niet helemaal de bedoeling was. Hij mag van mij best verdrietig zijn, of teleurgesteld. Maar het hoeft niet de spuigaten uit te lopen. Ik moet zeggen dat ik het enorm leuk vind om te zien dat diep in zijn hart hij helemaal niet zo boos wil zijn. Het is ook maar een houding. En als ikzelf goed in mijn vel zit kan ik dat prima mee omgaan. Vervelend genoeg ben ik soms moe en dan wordt het lastig. Maar ook dat gaat vanzelf beter.

De ongelukjes die hij heeft gehad de afgelopen twee maanden zijn op één hand te tellen. Ik overdrijf echt niet! De meeste ongelukjes zijn ook van de laatste tijd. Ik heb hem tot twee keer toe van de wc af moeten plukken waarbij hij op tijd aangaf dat hij moest poepen, maar hij net te laat was met het bestijgen van de wc. Het resultaat was dat de iets te dunne suspensie over zijn boek en onderbroek liep. Niet echt een feestje om schoon te maken en vooral om hem niet een trauma te bezorgen door de hele tijd roepen ‘bah wat vies’. De opvallende lezer herkent in deze bovenstaande zinnen ook het feit dat hij zelf naar de wc gaat. In het begin was het fantastisch als papa of mama of het liefst allebei, kwamen kijken. Maar de laatste weken wil hij het graag allemaal alleen. Hij legt zelf zijn bril verkleiner op de wc, zet het opstapje ervoor, doet zijn broek naar beneden, zijn onderbroek ook, en in mijn ogen bijna met gevaar voor eigen leven klautert hij op de wc. En na het plassen vindt hij het nog wel aardig als je even langskomt. Dan mag ik het ritueeltje opdreunen van onderbroek naar boven, broek aandoen, handen wassen, kraan uit, handen afdrogen,doortrekken en natuurlijk het licht uitdoen. De beloning hoeft al lang niet meer. Dat ging er overigens vrij natuurlijk al uit. Zo af en toe vergat ik, er ongeluk Express natuurlijk, om een centje te geven na het plassen. Maar hij taande er ook niet echt naar. De ijsjes die hem beloofd waren in de stad, die hij kon kopen van het geld dat hij verdiende met het goed plassen, die blijven er wel in. Maar dat heeft ook als reden om ervoor te zorgen dat hij meer calorieën binnenkrijgt.

We hebben ook de driemaandelijkse check up van Chris gehad. Hij is gewogen en zijn lengte is gemeten. Hij is een kilo aangekomen en anderhalve centimeter gegroeid in drie maanden tijd. Dat is best veel, hoewel het niet veel lijkt natuurlijk. Maar consequent worden de Super drankjes ingenomen en proberen we met grote regelmaat hem te laten eten. Toch zijn we al blij als bij het middageten hij een boterham helemaal opeet. En bij opeten moet je niet denken dat hij het zelf doet. Helaas moet bijna alles erin gepropt worden. Misschien omdat de druk wat meer van de ketel af is en de afnemende groeicurve een klein herstel laat zien, is de druk er bij ons ook weer wat af. En dit is natuurlijk ook weer in combinatie met het plassen op de wc. Het is allemaal zo’n drama niet meer. De beloningen die in het vooruitzicht worden gezet zijn echt leuk voor hem. Ik heb op marktplaats een kinderfietsje op de kop getikt, zijwieltjes er opgezet en vanaf dat moment is hij aan het fietsen. De laatste weken van de vakantie zijn we elke avond wel even door de wijk gefietst. Maar ook nu het schoolse leven weer begonnen is is dat een ritueel dat me wel bevalt. Hij met zijn helmpje op, op zijn kleine fietsje kletst de hele wereld bij mekaar en we hebben prachtige gesprekken. Zolang het weer nog een beetje oké is, blijf ik dit graag met hem doen.


 

De dokter wilde overigens opnieuw bloed prikken. Niet dat er iets echt gevonden was in zijn bloed. Zijn lymfocyten waren aan de lage kant. Hij had een waarde van 110, terwijl normale waardes beginnen bij 150. Dat kan te maken hebben met de bloedafname. Als ik het goed onthouden heb kan de waarde te laag zijn als er een stolseltje is ontstaan. Bij bloedafname hadden ze dat moeten opschrijven. Hij vond het een goede zaak om te kijken of de waarde inderdaad zo aan de lage kant was. Maar op mijn vraag wat de lage lymfocyten waarde betekende kwam er een wat vaag antwoord. Kinderen met lage waarde, dit lijkt wel vaker voor te komen, krijgen vaker blauwe plekken. Maar dat heeft Chris helemaal niet. En als het te laag is, kunnen ze er toch niks aan. Ik vroeg hem waarom hij het dan alsnog wilden laten onderzoeken en helaas weet ik zijn precieze woorden niet meer. Maar het staat mij bij dat hij graag een goede brief aan de huisarts wilde schrijven over de onderzoeken en dat daar geen gaten in moesten zitten. Toen we naar huis toe gingen hebben we even een nachtje erover geslapen. Dit voelt toch wel sterk als een wat kansloos onderzoek. Ik heb daarom maar gebeld en gezegd dat we dit onderzoek nietsdoen op dit moment. Het is als een drama met zo’n kindje en het afnemen van bloed, dan moet er wel iets te onderzoeken zijn. Ik ben blij dat we deze beslissing hebben genomen.