Wij hebben een ik-lees-alles jongetje. Sinds hij kan lezen, wil hij ook alles lezen. Of het nu gaat om een verkeersbord in het voorbijrijden of een menukaart op een tafeltje, een kassabonnetje, alles is interessant voor hem. Woorden die betekenis hebben – of eerder krijgen – zijn voor hem de manier om de omgeving te duiden.
Hij begint zelfs al ‘lui’ te worden in het lezen. In een vorm van overmoed leest hij eerste gedeeltes van lange woorden en verzint hij de rest erbij, fout meestal, want zo’n proces vergt ook jarenlange oefening. Woorden die geen directe betekenis hebben, zoals bijvoorbeeld eigennamen moet je heel precies lezen, om het juiste woord te krijgen. Maar hij gaat maar door. De bibliotheek is een uitje voor hem. Met een grote stapel boeken gaat hij weer naar huis om dan op zijn tijdstippen in alle rust de boeken in zich op te nemen.
Toen ik klein was, was ik niet zo. Natuurlijk heb ik ooit leren lezen en zal ik ook best (wellicht onder enige dwang, ik heb tenslotte een moeder die juf was en heel veel van lezen houdt) veel boeken aangeboden en verslonden hebben. Maar om eerlijk te zijn heb ik daar geen echte herinneringen meer aan. Ik weet wel dat bepaalde verhalen (soms gelezen, soms gehoord) heel veel indruk op me gemaakt hebben en dat deze mijn fantasie aan het werk hebben gezet. In sommige situaties (zoals Koko de Tovenaar) zelfs zo actief dat de verhalen voor mij waarheden waren. Een vervallen kasteel dat we regelmatig in Duitsland passeerden op weg naar Limburg, was het woonhuis van Koko, ik vertelde de belevenissen aan iedereen die maar wilde luisteren en nieuwe ideeën voor verhaallijnen ontstonden door andere verhalen te integreren. Ik verzon, of beter, ik beleefde de verhalen.
Of de Wehkamp catalogus… Toen er nog dikke boekwerken werden gedrukt, die elk half jaar in de bus vielen, was ik van de partij. Ik ploos de pagina’s helemaal uit tot ik een keuze gemaakt had van iets dat ik wilde. Zo staat me nog heel goed bij dat ik perse een opblaasboot wilde. De promotekst kende ik uit mijn hoofd en ’s avonds droomde ik van de boot en de aankoop. Tjonge wat een impact heeft dat gehad. Uiteindelijk heb ik voor mijn verjaardag de boot gekregen en tochten over de beek achter het huis in Breedenbroek gemaakt, waar ook weer bij gold dat de fantasie groter was dan de daadwerkelijke afstand.
Ik herken wel wat van dat gedrag bij Chris. Dat obsessieve lezen levert namelijk ook wel eens wat ellende op. Soms is de menukaart nog niet uit als we al weer gaan, soms mag hij iets niet lezen, omdat het volwassen mensen-dingen betreft en wordt hij weggestuurd, soms moet hij zijn boekje wegdoen om te gaan slapen… Het zijn allemaal kleine irritaties en kleine frustraties die zo bij het leven horen. Maar er bekroop me een gevoel: Zou dit gedrag, als je dat zou laten beoordelen bij een psychiater nou leiden naar een labeltje? Ik kan me zo een vorm van autisme bedenken die daar wel bijhoort: afgesloten van de wereld in de rust van de eigen ruimte, sluit hij zich af van de impulsen. Of wat meer ADD omdat die frustaties en irritaties ook leiden tot boos gedrag? En wat betreft dat obsessieve denk ik dat er zeker gelabeld kan worden, maar dat geldt denk ik meer bij mij dan bij hem :-). Alhoewel hij naast het lezen ook alles telt op dit moment… Die combinatie zal zeker leiden tot een DSM5-meer-dan-gemiddelde-score.
Overigens laat ik hem uiteraard lekker zijn gang gaan. Als je iets wilt leren namelijk is het van belang om daar in te duiken om je onder te dompelen in ervaringen. Dat is een beetje obsessief en grenst aan een label, maar is wel de snelste manier om iets tot je te nemen. Toch?