Dat wij één van de mooiste babies ter wereld hebben, was me al duidelijk. Het streven is nu om ook de liefste baby ter wereld te krijgen, maar dat is nu niet iets dat je af kan dwingen bij Chris. Helaas lijkt hij meer een karakter product van mij dan van Martina. Vroeger was ik volgens mijn ouders nogal eigenwijs en wist ik vanaf het moment dat ik al ergens een notie van had, hoe het anders zou moeten. Dat lijkt enerzijds schattig zo’n eigenzinnig klein jongetje, maar dat is het alleen voor de buitenwereld die er niet teveel mee te maken heeft. Maar laat ik ook eerlijk zijn: Tot voor een paar maanden geleden vertelde ik met trots hoe eigenwijs ik was als klein mannetje. Maar naarmate de dag der bevalling dichterbij kwam begon ik toch wel een lichtelijke paniek te voelen: Stel je voor dat mijn eigen kind zo erg wordt als ik zelf geweest ben.
Feit of fictie: Een pasgeboren baby lijkt op de vader. Dat is ook niet zo moeilijk als je een man van middelbare leeftijd vergelijkt met een baby: kalend, dikke toet, buikje, goedlachs als er wat te eten en drinken in zit. Evolutionair gezien zal dat ook wel zijn voordelen hebben gehad. Dat de baby van de moeder was, kun je bijna niet ontkennen. Maar dat de vader ook de vader is, kun je nog betwisten. Dus een baby die lijkt op de vader neemt de twijfel weg bij de koude kant en laat de warme kant nog verliefder zijn op dat kleine mensje. Tenslotte heeft zij niet voor niets gekozen voor haar wederhelft. Hoe dat dan zit met karakter is een stuk moeilijker. Er zijn mensen die zeggen dat het karakter al grotendeels bepaald is in aanleg en dat je alleen nuances aanbrengt met de opvoeding. Dus de opvliegendheid, de warmte, het onzeker zijn, het zit er allemaal in. En wat er dan precies uitkomt…
Ik kan me herinneren dat ik een fijne kindertijd gehad heb. Ik heb althans nergens last van gehad, ook niet van mensen die mij wel even gingen vertellen hoe het moest. Mijn oma van mijn moeders kant heeft dat meerdere malen meegemaakt: Zij wilde altijd er voor zorgen dat de wereld naar haar hand gezet werd en helaas ging kleine Philipje daar niet in mee, want de wereld was tenslotte van zijn hand. Overigens ging de wat groter wordende Philip en de bijna volwassen Philippe daar ook niet in mee, ondanks een voortschreidend inzicht over het hoe en waarom van Oma’s gedrag. Oma had een fobie en wilde door erg dominant te zijn er voor zorgen dat anderen haar karretje op de goede manier zouden trekken. Ik heb dat nooit begrepen, als kind niet, en later als volwassene nooit willen begrijpen.
In opvoedingssituaties in het algemeen en specifiek naar Chris toe weet ik dat tegenwoordig er een tendens is dat alles moet mogen en dat kinderen in ruimte hun vrijheid moeten vinden. Scholen als Montessori, Dalton en de nieuwe ‘Iederwijs’ scholen bloeien doordat ze ouders het gevoel geven dat hun kinderen zich op en top, ten volle kunnen ontwikkelen. En ergens weten ouders dat regels en regelmaat ook goed zijn en daar weten deze scholen ook weer een mouw aan te passen: Takenkaarten, weekschema’s, tutorschap, noem maar op. Maar de kern is dat kinderen zelf bepalen en kiezen en leren omgaan met de keuzes. Ik geloof er in dat er kinderen zijn die daarin floreren. Ik weet nog dat ik bij Anouhk op het Montessori Lyceum Flevoland ben wezen meekijken en ik toegewezen werd aan een meisje dat echt thuis hoorde op een school waar zij met haar intelligentie en creativiteit steeds keuzes kon maken voor nieuwe uitdagingen. Ze was leuk en vrolijk, jong en attractief, creatief en intelligent, sociaal, betrokken en verliefd op CSI Miami of New York. Eén van beide, welke weet ik niet meer, maar die met de jonge acteurs. Ook zag ik een jongen die geen zin had in het groepsgebeuren, veel naar beneden keek, zichzelf de grond in boorde en steeds achter liep met allerlei werk. Gesprekken met hem waren zijn verzetjes, raken deed het hem niet.
Chris is zover nog (gelukkig) niet. Ik betrap hem geregeld erop dat hij mij aan het uitlachen is, maar het meest waarschijnlijk is dat hij gewoon blij is me te zien. Maar ik zie ook iets ondeugends in hem. Die oogjes staan mij iets te helder. Die mondjes die hij trekt lijken een bepaalde willekeur te hebben, maar je kan er meer uithalen. Ik ben blij dat ik nog een paar jaar de tijd heb om aan deze kanjer te wennen en me af te vragen wat goed onderwijs voor hem is. Ik wil geen MTV mannetje met een concentratiecurve van een dooie marmot. Het zal nog veel hoofdbrekers geven als ik hem met mezelf blijf vergelijken.