week 9 (13 maart 2008) Gezichtjes

chris met nijntje

Het kriebelt al weer een beetje. De laatste CD die we uitgebracht hebben stamt uit 2002 en dat is dit jaar 6 jaar geleden. De tussentijd manifesteert zich door rust op mijn front, Martina is in mijn leven gekomen. Het fijne is dat ik veel minder heuveltje op, heuveltje af bezig ben, het nadeel is een gebrek aan inspiratie. Ik schrijf graag muziek over het onbereikbare, over iets dat verlangen heet, over de onuitgesproken liefde. De laatste jaren hebben andere dingen mijn leven gevuld, helaas is muziek daar te weinig in naar voren gekomen.

Eén van de ambities die ik met mijn vorige CD had was dat ik niet alleen iets heel moois met de band wilde maken, maar ook een visueel aantrekkelijk product. En nadat ik de ideeën bij een goede borrel met vriend Enno had besproken, die een begenadigd fotograaf is, pakten we het idee op dat ik met de vrouwen uit mijn leven op dat moment op de foto zou gaan. Het waren mooie foto’s, van die dames althans. Enno wees me er op dat ik nou niet echt fotogeniek was. Dat was een shock voor me.

Vroeger vond ik het vreselijk als ik geconfronteerd werd met iemand die kei-hard tegen me zei dat ik lelijk was. Pubers doen dat tenslotte soms. Ik geloof niet dat ik echt lelijk ben, maar het eerste dat in mijn onzekere brein opkwam was een uitgebreidde spiegelsessie om te kijken hoe ik dan het voordeligst er uit zag. Een soort halve glimlach had ik me aangemeten, die ik nog het meest acceptabel vond. Die gebruikte ik 20 jaar na dato nog steeds als ik op de foto moest. De fotosessie met de mooie dames werden bedorven door mijn onechte glimlach die meer weg had van een tandartsbezoek, dan van een spontaan opgezette blik. Een oplossing was gelukkig snel gevonden voor de fotosessies: Frontaal de modellen fotograferen en de heer Abbing een beetje van de zijkant nemen. Het heeft mooi uitgepakt (hier link). Het is maar 6 jaar geleden en in de tussentijd is er iets in mezelf veranderd. Ik vind het niet meer zo belangrijk hoe ik op foto’s sta en ben liever open en vol, dan timide en weggedrukt. Dat zie je op foto’s, soms straal ik.

Chris fotografeer je heel makkelijk. Hij maakt zich geen zorgen over hoe charmant hij eruit ziet, hij probeert gewoon het beste ervan te maken. Geluk is belangrijk voor hem, ongemak ook en beide uit hij zoals het hoort. In zijn wippertje vindt hij het leuk om aandacht te krijgen en dan is het erg leuk om die verschilldende gezichtjes te schieten. Ik wist niet dat babies zoveel gezichtjes hebben.

week 8 (9 maart 2008) Fladderig

Afgelopen vrijdag moest Chris zijn eerste inentingen halen. Ik geloof dat wij in week 3 of zo al een dik pak met inentingskaarten kregen, waarin elke inenting voor de aankomende 3 jaar staat. Ik ben slecht in langetermijnsafspraken. Hoe plan je nu een afspraak dat hij als hij twee wordt en dat hij een prik moet gaan halen. In de drukte van alledag gaat dat snel langs me heen. Nu voer ik tegenwoordig in outlook mijn afspraken in en daar is het niet moeilijk om iets ver van te voren in te geven. Ik synchroniseer dat met mijn telefoon/agenda/pda/tomtom/internet apparaat en dan heb ik het ook daar op staan. Het enige nadeel is dat ik regelmatig mijn PC’s opnieuw inricht en dan heel goed moet denken aan de backup van mijn agenda. Dat ben ik wel eens vergeten 🙁

Met een goed gevoel kwam ik er al snel achter dat onze mevrouw van het consultatiebureau zelf een uitnodiging verstuurt voor een afspraak. Het enige dat ik nog kan doen is haar aftroeven voordat ze een brief stuurt met uitnodiging, maar dat is natuurlijk volledig kansloos.

De naald was lang, dat viel me op. Chris had natuurlijk niks door, totdat hij de pijn voelde. Toen was het niet meer gezellig op het consultatie bureau. Maar ik kan hem nageven dat hij niet echt lang doorging. Dat bevestigt maar weer eens mijn theorie dat de babytijd eigenlijk zo traumatisch is dat het maar goed is dat een baby alles in detail vergeet. 2 Minuten later in de wandelwagen terug naar huis sliep hij al weer. Hij was wel wat druk die dag en je kon zien dat hij niet zo lekker in zijn vel zat die dag, maar zelf zal hij niet meer gemerkt hebben dan dat hij wat meer aandacht kreeg. En dat vergat hij natuurlijk ook weer direct.

Eén onderwerp hield me nog wel bezig. Op het consultatiebureau moet Chris op zijn luier na in zijn blootje op de tafel liggen. Dat doen wij thuis bijna nooit, behalve bij het luier verschonen, en je ziet dan dat typische babygedrag: Oogjes zoekend naar licht, hoofdje draaiend naar het geluid toe, handjes en beentjes omhoog en een beetje bewegen. Ik vind dat wel schattig en ook natuurlijk ogen. Alleen kreeg ik te horen dat ze vond dat Chris erg fladderig was. Ze doelde op die voortdurende beweging die onze druktemaker in zich heeft. Fladderig en een voorkeur voor links. Ze wilde graag dat de dokter er een keer naar ging kijken. Ik vroeg uiteraard door, want als zij zich zorgen maakt, dan wil ik weten wat er aan ten grondslag kan liggen. Vrienden van me hebben een dochter die veel huilde en waarvan bleek dat de schedelkap niet helemaal op de goede plek zat. Een paar keer therapie en hopla voorbij, maar het klinkt wel eng. Fladderen klinkt niet eng, niet zo eng als een navelbreuk die Chris al een week of 3 heeft. Daar doen ze niks aan en hij heeft er geen last van. Je kan hem gewoon indrukken en je voelt dat er een vloeistof in zit. Het moet vanzelf over gaan, maar het ziet er niet uit. Mijn plannen om hem als model aan te bieden voor de volgende generatie luiers is daarmee ook van de baan helaas.

In het VMBO komen we steeds meer leerlingen met een rugzakje tegen. Dat zijn leerlingen die een stoornis geïndiceerd hebben gekregen en daardoor extra geld krijgen om in het reguliere onderwijs te kunnen blijven. Met dat geld kan dan uren of middelen ingekocht worden. Het is natuurlijk polpulair om een stoornis te hebben: Je moet een vriendje hebben die ADHD heeft, ADD is helemaal bekend voor je en wat zou je leven zijn zonder een PDDNOSser. Helemaal mooi is een dubbele stoornis. Frappant vind ik ook dat deze kinderen het zelf kunnen vertellen wat ze hebben. Ik hoor nog zo makkelijk een autist zeggen dat hij geen contact met mensen kan maken, terwijl hij mij met actieve ogen aankijkt. Ik ben geen psychiater en wil niet op die stoel kruipen, maar vermoed toch enige mate van doorgeslagen gedrag als het gaat om het toekennen van stoornissen. en vooral het schermen met en het verschuilen achter de stoornis. Vroegtijdige indicatie kan opleveren dat er een plan van aanpak wordt gevolgd dat het kind verder helpt. Da’s mooi en goed.

Het fladderen van Chris kan vanalles betekenen. Ik hou het erop dat het een druk mannetje is en ga me nog geen zorgen maken over mogelijk ADHD gedrag of een nieuwe afkorting die ik nog niet ken. Maar ik moet er wel meteen aan denken als ik hoor dat een zorgverlener die er verstand van heeft wil dat een andere zorgverlener mee gaat kijken. Dat betekent vaak dat ze zich aan het indekken zijn, voor het geval dat. Maar je kan het ook positief zien: Twee zien meer als één. Dat laatste is OK wat mij betreft. Overigens zat er niet zo’n haast bij dat consult. Volgende maand moet hij zijn tweede serie inentingen halen en dan was het vroeg genoeg. Dan kon ze ook meteen kijken naar die navelbreuk, want zo verdien ik geen geld aan hem.

Week 7 (4 maart 2008) Saai=goed

Ik ken mijn eigen beperkingen redelijk. Er zijn van zelfkennismodellen en in één ervan is er sprake van een bekend-zichtbaar gebied, een onbekend-zichtbaar, een onbekend-onzichtbaar en natuurlijk een bekend-onzichtbaar gebied. Het komt er op neer dat bepaalde facetten van jezelf (on)zichtbaar zijn voor anderen en (on)bekend voor jezelf zijn. Gedurende je leven in de ruimste zin van het woord leer je het gebied bekend-zichtbaar en bekend-onzichtbaar steeds beter kennen en uitbreiden door de onbekende en onzichtbare gebieden te leren ontdekken. En volgens het model zal je dan wel gelukkig worden.

Als je mij 20 jaar geleden gevraagd had wat voor een type mens ik was, dan kon ik met de hand op mijn hart beweren dat ik een rustig persoon was, die open stond voor alle mensen om hem heen, zeer toegankelijk zelfs. Dat beeld was mijn wens en mijn wens was sterker dan mijn zelfinzicht. Mijn wording was wie ik dacht te zijn. Ik was toen ook hoogst verbaasd dat een collega therapeut tegen me zei dat ik veel rustiger met clienten om moest gaan en ze tijd moest gaan geven om iets in te voelen. Steeds vaker kwam ik er achter dat ik heel snel dacht en handelde en me bijna niet voor kon stellen dat er mensen waren die dat anders deden.

Een baby hebben voor het eerst is als het schrijven van de lege pagina’s. Je vult in het begin zelf veel in en naarmate hij groter wordt en meer zelf doet, wordt de invulling steeds reactiever. Maar ergens willen ouders een beeld krijgen van hoe ie is. Ons werd verteld in het begin dat Chris een drukke baby was. Dat hadden we zelf ook wel door. Hij wil altijd alles bewegen en is gevoelig voor allerlei prikkels, muziek, geluid, licht, geur, noem maar op. En aangezien de tijdsgeest dit soort kinderen veel produceert, wordt daar door de zorg op gereageerd: drukke kinderen moeten de rust vinden. En dat is nou net wat ik moeilijk vind. Ik wil graag veel tegelijk doen, TV kijken en computeren met drie schermen open is meer regel dan uitzondering. Het liefst slaap ik ook met Discovery op de achtergrond aan. Maar alhoewel ik me daar goed bij voel, is dat voor Chris slecht. Ons is geadviseerd om dit in de vorm van rituelen te doen. Wij dachten dat het goed was om Chris in zijn wippertje te zetten als ie wakker oogt, maar dat was hem dus niet. Beter is om de baby (die volgens het consultatiebureau 18 uur per dag slapen moet) steeds hetzelfde ritueeltje te geven en lekker op zijn eigen donkere kamer in slaap te laten vallen. We mogen zelfs niet teveel wiegen en tuttelen. Nee, een kind moet in bed zelf in slaap vallen en mag best een half uur huilen.

Nu wij hier al een week of 4 actief en steeds beter mee omgaan kan ik je zeggen dat het ook echt zin heeft. Chris is rustiger en is ook goed gewend aan de rituelen en erger nog, hij geniet er van. Dat is mijn drijveer want ik vind het saai. Ik mis zelfs Chris in zijn wippertje die lekker zelf aan het kraaien is, het komt nog maar zelden voor. Maar nu Chris een beetje ziek is merk je ook dat het hem erg helpt om in slaap te komen op de voor hem bekende manier. Het is een beetje hetzelfde waarom je een olifant leert een poot op te tillen. Het is echt niet nuttig om hem op 3 poten te laten balanceren, behalve als je zijn poot moet onderzoeken, omdat hij ziek is. Dan merk je de investering van een goed ingebakken ritueel.

Op verzoek van een aantal trouwe bezoekers van deze site heb ik foto’s gemaakt van het inbakeren van Chris. Bij het terugkijken viel me ook echt op hoe gelaten en prettig hij het vindt om een worstje te worden, maar oordeel zelf. Als je klikt op de foto’s zie je ze in het groot.

bakeren1 bakeren2 bakeren3 bakeren5 bakeren6 bakeren 7 bakeren 8 bakeren 9 bakeren 10 bakeren 11 bakeren 12

Inbakeren gebeurt met twee doeken. De baby wordt dan ook twee keer ingewikkeld. Door de wrijving kunnen de doeken niet meer makkelijk los. En het tevreden snoetje spreekt ook boekdelen.

Week 7 (1 maart 2008) Microburst

Wat een storm gisternacht! Ze hadden aangekondigd dat het wat zou gaan waaien met windstoten, maar zoals het gisteren om 3:00 ging was wel heftig. Binnen een paar minuten zag ik bliksem aankomen, continu flitsen, de regen werd harder, windvlagen begonnen harder te beuken tegen de voorkant van het huis, de regen werd hagel, knikkers zo groot, wind werd razenernij, hagel vloog horizontaal en alsof een vliegtuig veel te laag overkwam ontstond een gebrul dat 5 minuten aanhield. Je hoeft mij als doorgewinterde tornado-kenner niet veel meer te vertellen toen ik met Chris in mijn armen in het midden van de kamer stond, graag had ik meer willen zien en dichter bij willen gaan, maar het was vreselijk eng.

3uur 15min 3uur 20min

luchtdruk regen windstoten

Wanneer de passie of fascinatie ontstaan is weet ik niet. De kracht die uitgaat van een ronddraaiende wind vind ik heel bijzonder. Het heeft ook iets moois, iets natuurlijks, iets onbedwingbaars. Angstig is het ook, maar ik loop dan graag precies op de grens. In mijn leven heb ik drie voorvallen mogen meemaken: De eerste was een waterhoosje in het zuiden van Portugal. Mijn vorige vriendin en ik vierden daar onze laatste vakantie samen, op zoek naar elkaar. Als verrassing had ik een stormfront zien aankomen en nam ik haar in de gehuurde auto mee naar een stuk strand verderop om de storm richting land te zien komen. Die was heftig, veel onweer, half in de schemering. En in één keer dwaalde een hoosje naar beneden, bleef een minuut stabiel en was verdwenen. Ik heb er nog een foto van gemaakt, maar het rolletje is bij haar spullen terecht gekomen. De tweede was een waterhoos die over de afsluitdijk trok. Je moet daarvoor wel heel getrainde ogen hebben gehad. Het was de werkweek Ameland dat mijn schoonzus ook mee ging. Eigenlijk was het niet meer dan opspattend water. Grappig was wel dat een visser helemaal in zijn boot dook toen hij notie van dat ding kreeg. En de derde was de tornado van Muiden in aug 2002 die ik mocht bewonderen vanaf het balkon van de flat van Martina van 4 hoog. Ik heb het front zien aankomen, ontwikkelen, de draaiïng en condensatie, en het dalen van de tornado. Zelfs het puin aan de onderkant van de hoos heb ik zien opspatten.

Gisteren was een nacht zoals zo velen. Het verschil bestond er uit dat Chris nog steeds een beetje ziek is en ik wat voorzichtiger met hem ben. Om half twaalf werd hij wakker om wat te drinken, maar na 30 ml viel hij weer in slaap en was niet wakker te krijgen. Ik maakte me geen zorgen, tenslotte was hij ziek en had de mevrouw van het consultatiebureau verteld dat babies de ene keer meer drinken dan de andere keer. Het enige wat ik niet wilde was dat ik hem in zijn bedje zou gaan leggen en dat hij dan over een uurtje weer wat zou gaan willen drinken. Daarom legde ik hem in zijn kinderwagen en ging zelf even op de bank liggen. Drie uur later werd ik wakker van zijn gehuil en ging snel zijn luier vervangen, flesje maken en dat ging er beter in. Zonder echt te letten op wat er buiten gebeurde vielen me toch wat dingen op. Zoals die aankomende bliksem, die schijnbaar tegen de windrichting in bewoog.

Voordat ik het wist zaten we er midden in. Maar er zat een verschil in hoe ik vroeger zou reageren en nu. Chris zat op mijn arm en mijn adrenaline gierde door mijn lichaam. Vroeger zou ik bezig zijn met foto’s, film, zien en kijken. Maar mijn vader-gevoelens begonnen te overheersen. Het mannetje zat op mijn rechterarm, ik had hem helemaal ingeklemd en dat vond hij wel heerlijk. Hij sliep diep. Mijn drukte scheen hem niet te deren.

Toen het hoogtepunt voorbij was en ik natuurlijk geen twister had kunnen ontdekken, ging de wind ook helemaal liggen (zie grafiek). Op dat moment keek ik naar Chris die nog steeds in mekaar gedrukt in mijn rechter-arm-houdgreep zat, hij deed zijn ogen open en lachte naar me. Daarna viel hij weer helemaal in slaap. Ik denk dat wij elkaar begrijpen.

week 7 (29 februari 2008) Slaapapneu

Als je mij een jaar had geleden welke soorten slaapproblemen er zijn, dan had ik er vrij kort gezegd twee kunnen noem: Slapeloosheid en die ziekte waarbij iemand spontaan in slaap valt. Van die eerste heb ik ook zo’n periode in mijn leven gehad. Slapeloosheid als uiting van spanning. Overigens wordt je daar zo moe van dat op een gegeven moment probleem twee spontaan ontstaat. Ieder mens heeft een uitweg voor zijn spanningen ‘geleerd’. De één begint verkeerd adem te halen, een ander krijgt last van zijn buik, of hoofd, of spijsvertering, of maag, of vlekken in je nek, haaruitval, zwaarmoedigheid, jeuk, migraine, noem maar op. Spanningen hebben de neiging om het laagste punt in de dijk feilloos te vinden en vaak steeds hetzelfde punt. Maar waarom de ene mens de neiging tot hoofdpijn heeft en de ander last van de poeperitus, is mij niet duidelijk. In de psychologie wordt gesproken over een leerproces, een verkeerde weliswaar. Mensen leren op een verkeerde manier uiting te geven aan spanningen, waarschijnlijk omdat ze het op dat moment te spannend vinden om de goede keuze te maken. En steeds herhaling van spanningen, laat je zoeken naar iets dat bekend is en dat is dan helaas die verkeerde manier, die verkeerde maar bekende manier. Hoe sterk de kracht van het bekende is, ga ik nu niet uitleggen, maar mensen doen hele rare dingen, gewoon omdat ze het al heel lang zo doen. Binnen de NLP gaan ze dan weer heel makkelijk om met het fenomeen veranderen van destructieve gedragspatronen en verbazingwekkend genoeg lukt het vaak in korte tijd nieuw gedrag aan te leren.

Slaapeloosheid (hmm dat is een leuke titel voor een liedje…) is lastig. Mijn periode kan ik nog herinneren als vervelend, maar vooral ook angstig. Bang voor de nachten en het hulpeloze, omdat ik niets kon veranderen aan mijn situatie: Ik kon gewoon moeilijk doorslapen. Tot er een moment kwam dat ik me erin berustte. Dat heeft lang geduurd, maar er kwam een moment dat ik me niet meer ging verzetten tegen het slapeloze. Ik ging gewoon in bed liggen en als ik in slaap viel en een uur later wakker werd, dan ging ik er gewoon weer uit. Dronk wat, spelletje op de computer, beetje TV en dan had ik op een gegeven moment wel weer zin in slapen. Zonder de tijd in de gaten te houden, deed ik gewoon mijn ding en daar kwam een enorme rust van. Geen druk meer op de ketel, geen angst meer, gewoon een berusting in dat iets in mijn leven niet goed ging. En dat dat niet heel erg is.

Chris is zijn stem kwijt. Dat lijkt heel fijn, want we hebben geen zacht gehuil meer, geen piepjes van de kramp, geen harde gillen omdat het eten te lang op zich laat wachten. En het is ook nog eens een keer heel schattig als hij zijn uiterste best aan het doen is om te huilen en er alleen een zacht hijgend geluid uitkomt. Natuurlijk hebben we het consultatiebureau gebeld en die vertelde me dat we ons geen zorgen hoefden te maken, maar alleen op kortademigheid moesten letten. Hij heeft geen koorts. Chris ‘doet het goed’, maar wel stil. Toch ben ik als vader wel heel oplettend. Het is erg leuk om te zien hoe hij in slaap valt. Laat ik eerlijk zijn, ik heb nog nooit gelet op hoe iemand in slaap valt. Chris slaat zo’n drie keer aan, flinke kramp lijkt het te zijn, maar elke keer als hij dat heeft gedaan, gaan de oogjes iets verder dicht en uiteindelijk ademt hij zo’n 10 seconde heel snel en sluiten de luikjes volledig. Nog even op de arm in een diepe slaap laten komen en dan kun je hem meestal prima wegleggen in zijn eigen bedje op zijn eigen kamer.

Nu hij geen stem heeft, kan hij ’s nachts ook niet laten horen dat hij honger heeft als het 3 uur is of zo. Zijn schema is niet echt stabiel meer, twee en een half, drie, vier en heel soms langer. ’s Nachts is dat wel een probleem. Ik heb het maak opgelost door mijn eigen wekker te zetten en na drie uur maar te gaan kijken. En toen viel het mij op: Chris kan heel diep slapen. Heel rustig en bedaard ligt hij in zijn bakerdoeken. Gisternacht ging ik kijken. Ik wilde hem wakker maken en maakte de doeken los. Hij piepte zachtjes en met het uitrekken in zijn slaap, stopte hij even met ademhalen. Dan schrik je als vader. Een harde piep, ogen open en meneer was weer helemaal bij. Van de schrik begon hij stilzwijgend te huilen. En ik… ik was al lang wakker en nu nog wakkerder. Ik was wakker omdat ik me de laatste zeven weken weer zo makkelijk in mijn slapeloosheid periode kon verplaatsen en ik met een glimlach op mijn gezicht me berust in het feit dat ik wakker ben. Ik heb wel iets goeds geleerd.

Deze eenmalige aanval van slaapapneu heb ik niet meer kunnen ontdekken. Ik merk wel dat ik door zijn stilte erg licht slaap en dat is ook weer prettig om te merken. Het is raar dat je zo makkelijk je eigen ongemakken opzij zet voor een kind.