De rust is weer enigzins teruggekeerd in het jonge gezinnetje. Chris poept niet meer dunne smuk de hele tijd, ik voel me ook weer wat energieker en Martina is ook weer helemaal van de partij. Het lijkt alsof een week even de boel ontregelt was en we nu weer terug kunnen keren naar het orginele plan de campagne. En wat was dat ook al weer?
Vorige week was Chris hele dagen naar de dagopvang en had hij voor het eerst lang geslapen. De hoop die we hadden was dat hij misschien op het punt zou staan om een nachtje door te kunnen gaan halen. Dat gecombineerd met 150 ml voeding vrijwel elke keer, leverde een goede kans op. Op de na-gym waar Martina al twee keer was geweest vertelde de helft van de net-bevallenen dat hun kind al doorsliep… wij doen dan waarschijnlijk iets verkeerd. “Een kind doet wat jij belangrijk vindt”. Ik heb niet heel veel moeite met ’s nachts eruit, ik ben het wel gewend dat slapeloze. Ook vind ik het op een één of andere manier wel prettig. De kwali-tijd die ik met Chris dan heb is echt van ons tweeën. Gezellig keutelen we ons ritueeltje af en hebben we het erg naar onze zin, slaap of geen slaap. En als hij dan weer naar bed moet na luier-naar beneden-even in de wipper-flesje-boertje-flesje-lichtje kijken-samen lachen-inbakeren, dan is hij vaak heel snel stil. Geen huiltjes, hoogstens wat piepjes van een rekkend jongetje dat zijn bedje bewerkt. Het voelt goed om te weten dat hij het zo lekker doet. En daar zit natuurlijk ook de tweede week nog tussen, de week naar het ziekenhuis. Hoe makkelijk dat blijft hangen is onbeschrijfelijk. Maar elke keer als ik hem ’s nachts zie piepen, huilen, bewegen of rekken valt een kleine las van mijn hart. Ik doe wel nuchter, maar mijn stille angst is om dat mannetje weer zo suf aan te treffen. Daarom vind ik het waarschijnlijk wel prettig dat hij niet doorslaapt en voelt Chris dat feiloos aan. Ik zal eens een NLP sessie er op los laten om dat verkeerd geleerde te gaan herprogrammeren. We hebben allebei onze slaap nodig.