Ik kan me het nog levendig herinneren. Het proces van je melktanden verliezen heeft blijkbaar veel indruk achter gelaten bij me. Maar het is ook wel iets. Als je het meemaakt gaat er veel tijd en aandacht in zitten. Eerst de constatering dat de tand los zit, dan continu checken hoe ver het los gaan is gevorderd, vergelijken met wat in je hoofd opgeslagen is en een inschatting maken hoe lang het nog gaat duren. En dan komt het moment dat de tand eigenlijk zo los zit dat hij er uit gaat vallen, maar nog maar een beetje vast zit. Dat is het valpunt tussen wijsheid en emotie. Je weet dat het beter is om hem in één keer eruit te halen met een beetje pijn, maar om die stap te nemen moet er nog heel wat gebeuren.
Chris heeft een lange vakantie, 2 weken meivakantie. Zelf wij onderwijs mensen moeten dan soms de planning omgooien om voor opvang te zorgen. Maar deze keer liep het eigenlijk met een beetje schuiven wel prima. Op maandag had ik nog vrij en aangezien hij treinen erg leuk vind, had ik bedacht dat we maar eens een flink end met de trein zouden gaan. Den Haag is goed te bereizen, iets meer dan een uur, en de keuze viel op Madurodam. Ik dacht me te herinneren dat dit op jonge leeftijd op mij al een flinke indruk achter had gelaten, dus dat zou Chris ook bekoren.
In de trein begon hij weer over zijn voortand die los zat. Hij had er al maanden over, maar ik kon nu ook zien dat deze tand een stuk verder naar achteren stond. “appeltje?”, vroeg ik hem en dat is spekkie naar zijn bekkie. Er werden kleine hapjes genomen en ineens… Ik hoorde meteen dat het een echte huil was en niet zo’n gejank waar hij ook goed in kan zijn. Hand vol bloed, bloed in zijn mond, tand eruit. Martina had gelukkig zakdoekjes ingepakt, dus kon hij al dat BLOED afpoetsen. Gelukkig had hij zijn hele kleine tandje nog opgevangen. En na eigenlijk maar kort geschrokken te zijn, zei hij: “Nu kan ik niet meer eten hoor papa”. Tenslotte moeten er conclusies getrokken worden uit traumatische gebeurtenissen en wat is beter dan het aanleren van een neurose. Mijn pedagogische boodschap was dan ook “dat hoeft ook niet, ik heb kassa met prik bij me (casis)” en daarmee was deze aanval van anorexia ook weer voorbij.
De onbevangenheid van zo’n 5 jarig jongetje is daarna wel heerlijk. De hoofdconducteur werd uitgebreid ingelicht over het verliezen van zijn tand, bij het uitstappen de mevrouw die naast ons stond op het bordes, bij het wachten op de tram zat een meisje met oordopjes in die niet echt luisterde, maar toen zei hij dat ze beter even de dopjes uit haar oren kon halen en toen luisterde ze gelukkig wat beter. En eenmaal in Madurodam was de grootste verteldrang al weer voorbij. Het was daar ook wel erg druk, want alle opa’s en oma’s van Nederland hadden kleinkinderen te leen gekregen om op die maandag iets te gaan doen en ze hadden allemaal het idee gekregen dat Madurodam bij hun op jonge leeftijd al een flinke indruk had achter gelaten en ze die ervaring wel wilden delen.
Chris vond Madurodam niet zo interessant. De trein wel en de TRAM, TRAM 9, rood wit, wow, die was mooi. Die wou hij nog wel weer en dat gaan we de volgende keer doen. Maar op de terugreis ter hoogte van Amsterdam bedacht hij dat een trein onder de grond ook wel erg stoer zou zijn. Er is nog zoveel te beleven in vervoersland.
O ja, deze wilde hij graag op zijn ‘boek’ hebben: