echt schattig!
jaar 1.12 It’s beginning to look a lot like Christmas
Ken je die plaatjes van Anton Piek nog? Je ziet ze niet zo vaak meer tegenwoordig. De idillische stadslandschappen in de winter, met blije mensen die hun 19e eeuwse dingen doen, spreken nog steeds tot de verbeelding, alhoewel ik denk dat de stijl over zijn hoogtepunt heengeraakt is. Kerstmis, sneeuw, gezelligheid, liedjes, geur van kerstbomen, lekker eten… je kan nog een tijdje doorgaan met het lijstje. Iedereen heeft wel een eigen invulling van zijn kerst.
Mijn plaatje dit jaar begint steeds beter gevuld te worden. Het begon al met een kerstricital van de ex-band. Sinds begin vorig jaar er een einde kwam aan onze twee wekelijkse bijeenkomsten was gekomen, hadden we niet meer in de oude formatie samen gespeeld. Maar in de loop der jaren was er wel een fenomeentje ontstaan: De kerst recital. De laatste repetitie voor de kerst speelden we altijd een paar moppies kerst nummers weg. In de begin jaren echt voor de vuist weg met de vraag “wie weet er nog wat” en later ook voorbereid met een thema. Ik had de toetsenist (Gérard) gevraagd “of hij het nog leuk vond om…” en het antwoord was “ja, leuk”. En het was ook leuk om in dat oude clubje samen de vonkjes op te zoeken. Onze band was altijd al goed in een eigen draai geven aan bestaande nummers. Dus hebben we heel wat nummers ver-jazzed, ontrockenrolled, meerstemmig gemaakt en White Christmas ver-beachboysed. Het was een feestje, een recital voor ons vieren!
Vorig weekend zijn we met z’n tweeen naar Essen geweest. We zijn al een aantal jaar van plan om naar zo’n echte kerstmarkt te gaan. Als zuinige Nederlander heb ik tot dit jaar geprobeerd om in de buurt van mijn ouders in de achterhoek een stadje te bezoeken, maar dat is altijd erg tegengevallen. Ik weet nog dat we een paar jaar geleden naar Xanten gingen, waar volgens het internet een ‘grandioze kerstmakt’ was. Maar daar aangekomen bleken er misschien 20 kraampjes te staan met uiteraard glühwein, de rest waren ambachtelijke demonstraties. Na 10 minuten hadden we het wel weer gezien. Dit jaar was Martina vast van plan zich geen buil meer te vallen en boekte een luxe hotel voor weinig in de stad met de grootste kerstmarkt van Duitsland en dat bleek Essen te zijn. Chris mocht bij opa en oma logeren en wij zaten in het Sheraton op 5 minuten lopen van een kerstmarkt die door de hele binnenstad in allerlei kraampjes verdeeld was. Ik kan het eenieder aanbevelen, het was leuk!
Maar de sneeuw die plotseling op kwam zetten een paar dagen geleden heeft natuurlijk ook een duit in het zakje gedaan. Wat een feest is dat voor die Gozer! Hij had bij de dagopvang op donderdag al even buiten mogen spelen in de sneeuw, maar dat was wel erg druk met al die kinderen. Ook had hij koude handen gekregen en toen was het huilen geblazen. Martina had van Techniek Breed op onze school een slee gekregen. Zo’n werkstuk van een leerling die die niet mee wilde nemen. Er zaten inderdaad wat lelijke kanten aan, een plankje was gebroken en de glij-ijzers niet diep genoeg geschroefd, maar al met al prima bruikbaar. Martina had er een touw aan geknoopt en twee kleine touwtje voor Chris om zich vast te houden. Dat doet hij dan ook trouw! De hele weg houdt hij zich prima vast en zit hij breeduit te grijnzen. En als je dan wat gebrabbel hoort achter je, is hij een touwtje kwijt en moet je hem even helpen. Het is echt een super gozer! Ik ken weinig kinderen die zo goed doen wat je ze vraagt. Chris is daar een plaatje in.
Weer thuis waren we op zoek gegaan naar de kunstboom die we een aantal jaren geleden op de kop getikt hadden. Vreemd genoeg hebben we alleen nog maar de bovenste takken kunnen vinden. Misschien dat ik in mijn weggooidrang van van de zomer het kunstmatige groen voor vuilnisvoer heb aangezien? Het was er niet meer. Martina heeft bij het tuincentrum snel nog een kleine boom gekocht en samen met Chris op getuigd. Ook daar weer, mijn hart stroomt over. Het familie gevoel, die gozer die bewust bezig is met het ritueel, de steeds mooier wordende boom, de kerst geur… ik zat me te bedenken dat als je me 10 jaar geleden zou vertellen dat ik dit mee zou maken en me er zo bij zou voelen, dan had ik je waarschijnlijk voor gek verklaard. Ik kon toen dit soort gevoelens van kerst niet plaatsen en deed ze af als gemaakt en ongepast. Maar tegenwoordig laat ik het liever stromen dan me tegen de vooroordelen te verzetten. Dat kost gewoon teveel energie en levert niet zoveel op. Ik vind het wel een leuk idee als Chris een keer herinneringen ophaalt over die keren dat hij nog weet dat hij samen met mama de kerstboom aangekleed heeft. Snif… dit is de eerste keer.
En voor de rest ben ik al aan het nadenken wat ik wil gaan koken 2e kerstdag, heb ik een schema in mijn hoofd om boodschappen te doen, zonder de drukte in te moeten, en klink ik enorm sexy vanwege een ontstoken keel. Ik zou toch ook wel eens een vakantie in willen gaan waar ik niet in het begin ziek werd.
jaar 1.12 TV of geen TV
Toen ik klein was, keken we naar de ‘Sesamstraat’, ‘de berenboot’ en ‘Paulus de Boskabouter’. En dan ook nog eens sporadisch, er was ook geen 24 uur TV cultuur. Ik kan me mijn leeftijd toen niet goed meer herinneren, maar een aantal dingen staan me nog levend voor de geest: er zat een spanning in me, een afwachting van wat er zou gaan komen. Voordat de TV aan ging (je wist het nooit precies, het kon tenslotte ook zo zijn dat mijn ouders ‘nee’ zouden zeggen) broeide er een gevoel in mijn buik over de nieuwste ontwikkelingen in het aankomende programma. Ik wilde elke seconde ervan opslokken en weet dat ik ook droomde over de slecht bewegende poppen. Het is wellicht moeilijk om uit te leggen dat het verhaal niet eens het belangrijkste was, maar het feit dat daar een electronisch kastje mij aan het dicteren was hoe de fantasiewereld er uit zag, was een enorme uitdaging voor me. (Nog steeds ben ik overigens iemand die het interessanter vindt om een e-book reader aan de praat te krijgen, dan om een e-book te lezen.) TV was een kado, een extra, een verandering, een passie… er zijn bijna geen woorden voor te vinden.
In de loop der jaren zijn er veel dingen veranderd. Om te beginnen kregen we in de jaren 80 een kleurenTV. Er kwam ook commerciële TV, waardoor er ineens een heleboel meer mogelijkheden waren om te zappen in plaats van 3 nederlandse en 3 duitse zenders. En met de commercie kwamen er direct twee heel belangrijke niches om de hoek: Seks en kinder TV. Ik was al wat groter gegroeid in de loop der tijd. De kinder TV had nog steeds mijn aandacht. De tekenfilms van Disney, maar ook X-men en andere helden fascineerden me. Maar de seks TV was een manier om, buiten de porno-boekjes-op-de-bovenste-plank waar ik niet aan durfde te komen, maar wel stiekem naar keek, een enorme spanning op te bouwen. Ik weet nog dat er een ‘Emanuelle’ werd uitgezonden door Veronica of Veronique. Ik heb met mijn broer toen 5 minuten stiekem gekeken. Genoeg om de volgende dag met mijn vrienden op het schoolplein mee te kunnen praten. Het was eigenlijk net een flapteksten discussie; toen al lukte het me om mee te kunnen praten op basis van te weinig informatie.
Tegenwoordig kun je de TV de hele dag en de hele nacht aanzetten en is er van alles. Zeker de digitale TV is een oplossing voor elk gebrek. Ik heb nog wel eens van die dagen dat ik ’s nachts naar beneden ga om even wat te drinken en eten en dan kun je echt alles bekijken waar je maar zin in hebt. Voor Chris is het ook allemaal mogelijk en ik moet heel eerlijk bekennen dat de reden dat ik digitale TV genomen heb is om Nick Junior. Je hebt de wat stoerdere, voor grotere kinderen, Nickelodeon, waar ik zelf graag Pokémon op kijk en de variant voor kleine kinderen is echt iets voor Chris. Moderne media vergt een andere manier van omgang dan dat wij dat vroeger voorgeschoteld kregen. Je kan je bijna niet meer voorstellen dat er kinderen zijn die geen TV hebben. Maar het is bijna een waarde om in ieder geval paal en perk te stellen aan het gebruik van moderne media. Ergens is er nog steeds een cult of een schuldgevoel waarbij er gerefereerd wordt aan dat kinderen buiten moeten spelen met FSC goedgekeurd houten speelgoed, samen met andere kinderen en dat jij als ouder daar stimulerend, jezelf opofferend een actieve rol in speelt. Ik ben af en toe erg makkelijk merk ik. Maar het duurde wel even voordat ik over mijn eigen schuldgevoel en aangepraatte waarde heen kon stappen. Soms zet ik Chris lekker voor de TV op zijn zit-beer en laat hem kijken naar ‘Dora’ of ‘Diego’ of (mijn favoriet) ‘wonder team’. Maar van daaruit gebeuren wel een heleboel dingen: Samen zingen als de leader wordt gespeeld, antwoord geven als de tekenfim er om vraagt (dat doen ze namelijk een aantal maal, waarbij Chris al dapper een brabbel teruggeeft aan de vragende Dora), aanwijzen en dan zeggen “KIJK!” levert altijd reactie op. En na alle uitzendingen kun je samen een kleurplaat maken en de namen van de karakters benoemen. Zo verbaasde hij me laatst bij de tekenfilm ‘Kai-lan’ waar hij spontaan ineens “Tony, Hoho en Nunu” (is eigenlijk Lulu, maar de ‘l’ wil nog steeds niet lukken) zei. Hij pakt meer op dan ik voor hem bedenk.
Volgens mij is het nog steeds erg belangrijk om dingen met je kind te doen. Een TV is niet slecht, een computer is niet bedreigend. Moderne media geeft andere mogelijkheden en vergt dus aanpassing van diegene die daarmee omgaan. Ik zie het als mijn taak als opvoeder om hem niet alleen die keuzes te laten maken en dan ooit verknipt eruit te laten komen. Daarom zing ik graag met hem die leader liedjes, ga ik graag met hem op de bank zitten en kijk ik met een arm om hem heen naar het ‘Wonder Team’ waar een cavia, een schildpad en een kuikeneendje diertjes in nood redden. En als hij heel soms moet huilen om iets dat voor zijn ideeën niet plaatsbaar is, dan voel ik me nog beter om hem te troosten. Er is geen beter moment om een band te bevestigen dan in geval van een crisis.
jaar 1.11 Mexicaantje
De berichten rondom de mexicaanse griep en de maatregelen die genomen worden zijn wel erg dubbel. Vanuit de overheid gaan de signalen uit dat het ‘gewoon een griep is’ en dat er grote kans is dat je het al gehad hebt. Het vaccin, dat na lang beraad alleen aan bepaalde doelgroepen wordt verstrekt is noodzakelijk vanwege het verhoogde risico dat sommige mensen lopen. Maar ook dat is erg beperkt. Maar de boodschap is: Het vaccin zelf is niet schadelijk, zelfs de ongeteste bestanddelen maken geen verschil. Kortom, maak je niet druk over deze vrij normale griep en de wat overdreven vaccinatie. Maar er zijn helaas ook wat tegensignalen van mensen die ergens voor gestudeerd hebben en hun angsten en inschattingen kenbaar willen maken. Dat recht hebben ze, maar door de uitgebreide media aandacht en de behoefte aan het uitlokken van discussie, krijgen die stemmen wel heel veel aandacht naar mijn mening. Da’s net hetzelfde als iemand die bang is voor vliegen continu te bevragen op zijn visie op hoge dingen, verre reizen, harde wind, onweer en terroristische dreigingen. Uiteindelijk zal de angst groter worden.
Chris valt binnen de risicogroep. Dus krijg je de vraag of hij gevaccineerd moet gaan worden. Grappig genoeg weten alle jonge ouders elkaar feilloos te vinden. Eén van de orthopedagogen, die ook een kind onder 4 heeft, vroeg wat wij gingen doen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik daar toen nog niet echt over na had gedacht. Aan alles kleeft een risico en ik denk nog steeds dat het veel gevaarlijker is om in een auto te stappen dan om je te laten vaccineren tegen de mexicaanse griep. Ook denk ik dat het krijgen van de griep erger is dan het risico van de vaccinatie en… het flitste door mijn gedachten… het beeld van mijn moeder die aan de beademing lag wil ik absoluut niet bij Chris zien. Hij heeft al genoeg slangen in zijn lijf gehad als kleine baby. Dus als de overheid mij uitnodigt om te komen vaccineren, doe ik zoals de ‘dag der dagen’ en zorg ik er voor dat mijn kind beschermd gaat worden.
Martina is er vanochtend naar toe gegaan in de topsporthal in Almere. Goed georganiseerd, met van die niet-mis-te-verstane bordjes van waar je naar toe moet en wat je dan daar moet doen. Binnen no time was Chris uit zijn jas gehesen, zijn truitje uit, hij bij een vriendelijk lachende mevrouw gezet, ping-ping in zijn handen, een stille schreeuw en een kleine huil, maar toen ping-ping ergens naar wees, was dat al weer veel interessanter. Hij kreeg daarna nog een doosje smarties waar je zo leuk mee kan schudden. Heel veel vertederende blikken gingen zijn kant op. Dat kleine jongentje in die grote hal met zijn doosje smarties. Ik wou dat ik er een foto van had. Chris zijn dag kon niet meer stuk.
Onze Chris is een makkelijke. Uiteraard hoop ik dat dat zo blijft. Ik denk dat je dat als ouder ook wel een beetje in de hand hebt, maar laat ik niet te optimistisch zijn of overdreven bluffen, wij hebben een makkelijk kind en dan is het makkelijk praten. In het onderwijs zie ik ook zo vaak de adviezen van eerste graads docenten die les geven aan kleine groepjes zelfstandige VWO zessers in de richting van jonge docenten onderbouw die les geven aan klassen van meer dan 25. Of nog gedifferentieerder, les geven aan een gemelleerde groep LWOO kinderen met allemaal een eigen rugzakje. Ergens hebben de eerste graders natuurlijk ervaring en een welluidende studie achter zich staan. Natuurlijk zijn er ook die het hart op de juiste plaats hebben. Maar het ergert me als ik sommigen hoor praten over onderwijs geven, klagen over de zwaarte van de taak, en aanspraak maken op een hoger salaris of een hogere functie, alleen omdat zij les geven aan die VWO klassen. Mijn grote vraag blijft of zij überhaupt in staat zijn om een volle groep te managen of om gedifferentieerd les te geven aan rugzakleerlingen. Ik kan je vertellen dat dat aanpoten is. Onze maatschappij beloont opleiding, kennis is de maatgevende factor. Terwijl ambacht als minder wordt gezien en dus navenant wordt beloond. Het is makkelijk praten als je veel tijd hebt om na te denken.
Onze Chris heeft niet zoveel frustraties en ik zie het als een ambacht om dat te herkennen en reguleren. Frustraties komen bij Chris als hij iets van plan is, dat wij anders willen en vaak betekent dat bijvoorbeeld als hij iets zelf wil doen, waarvan het natuurlijk veel sneller gaat als één van ons dat doet. Neem nou bijvoorbeeld traplopen. Het ultieme voorbeeld van iets dat 10 keer sneller en veiliger is als hij in de armen mee gaat. Maar… het consultatiebureau gaf een goed advies mee: Als je vindt dat het sneller moet, moet je eerder beginnen, zodat het kind de ruimte krijgt. En dat is natuurlijk zo waar als een koe. Als hij ’s ochtend naar de auto wil lopen en elke opvallendheid de aandacht geeft die hij nodig acht, is dat niet lekker opschieten, maar wel lekker relaxed en leerzaam. Dus de balans ligt in het midden, zoals zo vaak: Hem aansporen om even door te lopen, zonder de grens van de frustratie te bereiken, van jezelf en van het kind. Dat is volgens mij de truuk.
jaar 1.11 Nachen en Huinen
Chris praat veel, heel veel zelfs. Op de opvang heeft dat zelfs tot een probleem geleid. Waar ’s middags de meeste peuters een middagslaapje pakken, zorgt Chris er voor dat het een feestje op de slaapzaal wordt. Vanaf het moment dat hij in zijn bedje wordt gelegd tot aan het moment dat ze besloten hebben dat hij de andere kinderen genoeg wakker gehouden heeft, brabbelt hij er op los. De eerste poging die ze hebben gedaan was om hem 10 minuten eerder naar bed te brengen, maar Chris slaapt niet binnen 10 minuten. De tweede poging was om hem later in bed te leggen, zodat hij in ieder geval geen wederspraak heeft. Maar Chris praat ongeacht of er mensen zijn die luisteren. In een laatste poging legde hem op de bank in de speelzaal met een dekentje eroverheen en als hij dan slaapt wordt hij in de slaapzaal gelegd. Het is een beetje behelpen maar het lijkt te werken.
Ik vind het zo bijzonder om te zien hoeveel woorden hij kan gebruiken om uit te drukken wat voor hen belangrijk is. Soms zijn het alleen maar klanken of ritmische klanken, die dan afgewisseld worden met een herkenbaar woord. Maar klaarblijkelijk vindt hij het geweldig om zichzelf te horen praten. Het is natuurlijk een inkoppertje, maar dat heeft die van mij. Alhoewel ik juist de laatste tijd bezig ben met de ontwikkeling van de manier waarop ik aan het praten ben, ben ik me erg bewust van het feit dat ik ook veel woorden nodig hebt om te vertellen wat ik wil. Ik heb juist bewondering voor mensen die met veel minder woorden en toch de juiste intentie weten uit te drukken waar ik een heel betoog voor nodig heb. Maar goed dat zijn de fases in het leven. In de puber leeftijd vond ik het erg leuk om moeilijke woorden te gebruiken. Te pas en te onpas gebruikte ik ze op momenten dat het mij leuk leek. Maar een bijdrage aan heldere communicatie was het niet. Daarna heb ik een tijd gehad dat ik wat voorzichtiger was en een heleboel dacht maar niets zei. Dat waren de eerste jaren van het onderwijs en ik me een klein jongetje in de grote boze wereld voelde. Totdat een teammanager tegen mij zei dat ik mezelf wel wat meer kon laten gelden. Dat was natuurlijk de kat op het spek binden en vanaf dat moment heb ik geleerd om te kunnen spreken in lange volzinnen met zijpaden en anekdotes, met terugkoppelingen en voorspellingen. Als ik op dreef ben denk ik dat het leuk naar me luisteren is. Maar buiten het feit dat ik erg snel praat, vraag ik op deze manier ook veel aandacht. En eigenlijk wil ik dat ik juist ruimte voor anderen gaan creëren. En mijn conclusie is dan dat ik wat moet veranderen aan mijn manier van praten.
Het benoemen van de omgeving is een manier om invloed uit te oefenen op de werkelijkheid. Als je zegt wat je kan of als je zegt wat je wil kun je andere zover brengen dat zij met jouw ideeën mee kunnen gaan. Chris is daar erg mee bezig. Dat zie je in zijn spel als hij bezig is met lego blokjes of met auto’s. Hij daagt ons uit om mee te spelen met zijn spel. Hij vindt het geweldig als ik een autootje oppak een mooi v8 geluid maak en tegen de wetten van de zwaartekracht het autootje voortbeweeg. Je ziet die oogjes dan kijken en alles wordt in dat bolle hoofdje van hem opgeslagen. En als hij een paar minuten later zelf een autootje in zijn handen heeft, zie je hem al die dingen doen die ik net zelf gedaan heb met een paar eigen aanvullingen.
Maar natuurlijk ook als het gaat om eten. Als je Chris vraagt wat hij wil eten is het standaardantwoord ‘kaas’. Af en toe ontstaat er nog een ‘worst’, maar om heel eerlijk te zijn heb je daar niet zoveel aan. Ik geloof ook niet echt dat hij een voorkeur heeft voor iets. Hij vindt veel lekker, best wel heel veel. Of het nu gaat de aardappels of rijst, pasta klein of groot, met saus of zonder, met of zonder stukjes, het gaat allemaal naar binnen. Volgens mij kunnen we daarmee ons in de handjes wrijven. Het enige dat hij niet lekker vindt is witlof en sla. Maar daar kan ik prima mee leven. Ik zou het wel leuk vinden dat als ik ’s ochtends een boterham smeer en hem vraag ” wat wil je er op?” hij een keertje wat anders zegt.
De laatste keer dat wij op het consultatiebureau waren kregen we het advies mee om emoties te benoemen bij Chris. Ik ben niet het type omdat automatisch te doen. Maar er zit natuurlijk wel een kern van waarheid in. Dat kleine mannetje heeft natuurlijk nog geen referentiekader waaruit hij kan tappen als het gaat over emoties. Dus woorden vinden voor die primaire gevoelens is op dit moment erg moeilijk. En wat aan kan helpen zijn zinnen als: “ik zie dat je boos bent” of “Dat is moeilijk voor je”. Vooral dat eerste zinnetje slaat wel aan. Als Chris gefrustreerd of boos is zegt hij “gooien” en alles wat voor zijn neus ligt wordt weggesmeten. Mijn neiging is dan om boos terug te reageren, wat natuurlijk wel effect heeft, maar niets veranderd aan zijn manier van frustratie uiten. Heel voorzichtig aan zegt hij nu steeds vaker op die momenten “boos!”. Dat is een grote winst!
Al een tijdje heeft hij door dat er een verschil is tussen het positieve en het negatieve. En hij weet ook al daarmee te spelen. Nep-huilen en nep-lachen doen we vaak samen. Een spelletje is ook al dat hij wijst naar papa of mama en dan zegt: “Nachen” of “huinen” waarmee hij natuurlijk lachen en huilen bedoeld. De l ligt hem niet zo. Dat blijkt overigens normaal te zijn op deze leeftijd. Dat noemen ze een “lettergat” en in de meeste gevallen verdwijnt dat na verloop van een paar maanden. Ik weet inderdaad nog dat Kimberly, de dochter van goede vrienden van me, de K niet uit kon spreken. Daarvoor in de plaats zei ze altijd een T. Dus werd haar naam Timberly Togger, waar we haar nog steeds mee kunnen plagen. Veel belangrijker dan de manier waarop hij het uitspreekt vind ik dat hij zo donders goed doorheeft dat hij ook emoties heeft. En of dan een L mist of niet is echt minder belangrijk. Zeker voor een man, die in de loop van zijn leven toch wel erg vaak de boodschap mee zal krijgen dat emoties lastig, vrouwelijk, slap zijn, is deze fase in zijn leven een heel belangrijke. Dat kun je niet vaak genoeg zeggen.