2014, Weerterbergen, vakantie. De school van Chris had een margedag voor de voorjaarsvakantie en aangezien mijn vrije dag altijd al op vrijdag is was het een klein gemak om vrij de regelen voor de hele familie. Een weekend weg is leuk, maar voor je het weet ben je na het uitpakken alweer aan het inpakken. Een midweek is 1 dag langer en als je dan naar het totaalbedrag kijkt, is het eigenlijk niet zo veel duurder om een hele week weg te gaan. Leuk om even alle druktes te vergeten. En weg betekent dat je ook echt even uit de routine bent. Een hutje achter de slagboom ligt dan voor de hand.
Diep in mijn hart zit een strijd tussen de ruimte die Chris wil en het vertrouwen dat ik hem wil schenken naast het beschermen van dit kleine 6 jarige jongetje tegen alle stommiteiten die hij mogelijk kan begaan. Thuis mag hij zelf een rondje fietsen op de stoep en door het hofje. Dat doet hij goed en stiekem heb ik gekeken wat hij doet, maar hij blijft netjes op de stoep, fietst aan de kant in het hofje en als er een auto nadert, stopt hij liever even aan de kant dan door te fietsen. Dat geeft vertrouwen. Maar onlangs werden we door een buurmeisje erbij geroepen, omdat hij een enorme bloedneus had gekregen in het hofje. Zomaar, spontaan… dat geeft geen vertrouwen. Maar het kan geen reden zijn om niet meer te fietsen. De grens is onduidelijk. Zelf op zijn kamer spelen, zelf bij de buren aanbellen, zelf iets uit de auto halen, zelf naar de winkel, zelf naar school.. ze zijn allemaal de revue gepasseerd als zijn wens. Maar op de eerste 2 na ben ik daar nog niet aan toe.
De andere kant van de medaille is dat hij zich aanzienlijk anders gedraagt als één van ons erbij is. Als hij alleen iets gaat doen zoekt hij naar oplossingen en denkt hij aan mogelijke dingen die in de weg staan. Maar als wij erbij zijn, moeten wij aan alles denken en verwacht hij dat ook. Dus passief, dociel en niet aanspreekbaar laat hij zich door de problematiek leiden, waarbij wij ons verbazen over deze houding en zelfs een beetje nijdig worden. Hoe kun je tenslotte opvoeden als je geen tot weinig respons krijgt? Nee, makkelijk is hij daarin niet.
Chris is nu op de leeftijd dat hij gebruik kan maken van de entertainment op het park. Tot deze vakantie was Bollo een vriendelijke beer als hij op afstand bleef. We zijn wel eens langs een voorstelling gelopen toen hij stukken kleiner was, maar op meer dan 50m meter wilde hij niet komen. Maar nu is hij zover dat hij wel alleen wil gaan naar de animatie activiteiten. Even weg van zijn overbezorgde ouders en zijn zus die alle aandacht opeist, is een prettig vooruitzicht. En dan is de grote vraag: ‘wat doe je dan?’
Dit jaar mocht hij naar een knutsel activiteit. Die had hij zelf uitgezocht uit het blaadje waarop alle animaties stonden: Schilderen voor kinderen tussen de 6 en 8 jaar van 12-15 uur. Ideale tijd, want dan hebben de ouders ook wat quality time in de middag, tenminste zo zal dat wel bedacht zijn. Op het park zijn van die spontane jonge meiden die het vorm geven, maar daar komt ook een beetje mijn angst vandaan: Toen ik klein was werd ik wel eens naar ‘het buurthuis’ gestuurd. Dat was in mijn ogen een niet georganiseerde bende waar het recht van de sterkste gold. En aangezien ik (nog steeds) de kleinste ben was dat niet altijd even makkelijk. Toezicht was daar maar zeer beperkt, en ingrijpen was uit den boze. Want in de jaren 70 waren de buurtwerkers overgebleven hippies die niet in autoriteit geloofden. Ik weet nog dat wij met de straatkinderen een clubje hadden opgericht om in de natuur te gaan lopen ’s ochtends vroeg. Om de ouders in te lichten was er een brief opgesteld waarin stond dat het clubje bestond en dat we onder begeleiding zouden gaan wandelen maar schreef de buurtwerker…’ik ben niet de baas van het clubje, dat is Henry.” … Blijkbaar was dat heel belangrijk voor hem. Ik ben ook nooit meegegaan naar dat wandelen. Ik kende de jongens en dat waren geen sociale typetjes, niks voor mij in ieder geval.
De tijd dat hij aan het schilderen was heb ik er wel aan gedacht. Het idee kwam ook in me op dat ik waarschijnlijk liever Mijke zou sturen dan Chris. Mijke is veel minder kwetsbaar en komt ook veel beter voor zichzelf op. Als een kindje iets afpakt laat ze dat luid en duidelijk horen en gaat door totdat ze het terug heeft. Chris heeft de neiging om mokkend in een hoekje zielig te gaan doen. Niet echt effectief en vooral in een grote nieuwe groep met vriendelijke spontane begeleid-meiden, ook een mogelijke lastige situatie.
Toen hij terug kwam had hij een sticker met ‘Chris 62’ op zijn truitje en een blauw schilderij met vogels. Hij was er trots op. De juffies waren aardig en hij wist niet meer of hij nog met andere kindjes gespeeld had. Al met al best een goed resultaat.