Elke maand weer iets nieuws onder de zon. Als je net denkt dat je het weet, verandert het al weer en moet je aan iets neiuws wennen. Ik hoor het mezelf nog zeggen jaren terug: ‘Baby’s zijn een voortvloeisel van hoeveel ze eten, wanneer ze slapen en hoevaak ze poepen’. Maar wat ik me op die jonge leeftijd nooit gerealiseerd heb is dat het elke keer verandert. Toen Chris klein was moesten we opletten dat hij op de juiste tijdsstippen wat te eten kreeg en dat hij voldoende binnen kreeg. Als hij in slaap viel haverwege de fles, dan wreven we over de muis van zijn handje en speelden met de speen om hem wakker te houden.
Het eerste vaste voedsel was raar voor hem. Hij keek vreemd bij elke hap, maar werkte wel alles naar binnen. Althans wat wij erin stopten ging of weer naar buiten, want daar zat een gat, of naar binnen. De controle over zijn tong kreeg hij pas na een par weken en toen begon ook het ‘hmmm’ zeggen tijdens het eten om te laten merken dat hij het lekker vond. Of gewoon omdat het leuk was om een geluidje te maken bij deze nieuwe sensatie. Dat weet ik eigenlijk niet. Een rijstwafel viel meteen in de smaak, en naarmate de controle over zijn handen beter werd, kreeg hij er ook meer lol in. Hij kan echt erin opgaan als hij zo’n smaakloos mini koekje naar binnen werkt.
Kinderen proeven niet zoals wij dat doen. De beleving van smaak is grotendeels geheugen en aangezien ze dat nog niet hebben, is alles nieuw voor ze. Chris is erg bewust van andere samenstelling, ander gevoel in zijn mond, bijvoorbeeld droog of smeuïg, vloeibaar kent hij al wel, maar velletjes en klonjes zijn nieuw. Daar kan hij nog niet helemaal aan wennen, maar Martina is al een tijd geleden begonnen met kleine stukjes zacht fruit, waardoor hij niet spastisch reageert op een hard stukje in zijn eten. Bedenkelijk kauwt hij tandeloos op een te groot stukje fruit en slikt het dan door.
Het is nu de vijfde dag op rij dat hij een boterham eet. Dat is een beetje raar voor me, want het is het eerste dat hij eet dat net zo is, als dat wij dat doen. Hele kleine stukjes voer ik hem en elk hapje wordt bedachtzaam naar binnen gewerkt. En als hij genoeg heeft na een kwart boterham, zal het hapje nog wel naar binnen gaan, maar dan gruwelt hij met zijn hele lijf als hij het in moet slikken.
Het leuke van dit al-een-beetje-groter-jongetje is dat eten ten eerste een leuke afwisseling is, dat alles dat wij naar binnen proppen een klein feestje is voor hem en dat het allemaal niet zo heel veel meer uitmaakt wanneer het allemaal moet. Die drie uur tussen een maaltijd heeft lange tijd geduurd en het beperkt je. Chris geeft meestal wel aan wanneer hij wat wil, maar het maakt hem ook niet zoveel uit als het wat eerder beter uitkomt. Zeker niet als je hem dan rood fruitpotje geeft, want dat is wel het lekkerste dat er is.
Wat een schattige foto zeg, haha! Doet mij denken aan mijn kind.