Toen ik klein was in het kleine dorpje in de achterhoek, was achter ons een kapperszaak. Daar werkte een weinig inspirerende man, die ook erg weinig inspirerende dingen deed. De man zelf kan ik mij niet meer zo herinneren, maar dat is natuurlijk vaak met weinig inspirerende mensen. Wat ik nog wel weet is dat hij snoep verkocht. De eerste colaflesjes kwamen bij hem vandaan. Van mijn ouders heb ik begrepen dat mijn broer altijd bang voor de kapper was. Hoe ikzelf was weet ik niet meer. Maar grote kans dat ikzelf ook geen held was.
Er zijn veel kindjes die de kapper maar niks vinden. Onze Chris is daarin totaal anders. Als je aan hem vraagt: wat zullen we doen? Dan is er een grote kans dat hij het antwoord geeft: als ik naar de harenknipwinkel ga… want daar is het leuk. Martina heeft een aantal keren zelf zijn haar geknipt. Best knap, maar kapper zijn is een vak apart. Op een gegeven moment heeft hij meegenomen naar haar kapperszaak waar ze beiden in de stoel plaatsnamen. En die succes ervaring is de drijfveer voor veel van zijn gedrag. Het is daar ook wel erg aantrekkelijk voor kleine jongetjes. Hij mag in een stoel auto zitten, met een Spongebob mantel om. En hij krijgt alle aandacht van de wereld van de dames die daar rondlopen. Wat wil je nog meer?
Afgelopen vrijdag was weer zo’n haren knip feestje. Ik hoefde niet geknipt worden dus heb de gelegenheid waargenomen om wat foto’s te maken. En inderdaad, hij vindt het geweldig en hij doet het geweldig. Het meest voorbeeldige jongetje.