Sinds begin dit jaar geef ik weer eens les op aan een onderbouw klas. Dat is een ander soort discipline dan de bovenbouw kinderen waar ik de afgelopen jaren mee heb gewerkt. Het begint met de frequentie die de jongere kinderen produceren. Dat klinkt in mijn oren als een continu snerpend geluid, waar de bovenbouw een goedig gezoem laat horen als ze werken. Jonge kinderen hebben ook meer de neiging om te schreeuwen als iets niet lukt, of als er iets gebeurt dat niet loopt zoals het zou horen. Dus hoger geluid en ook nog eens harder. Maar het lastigst vind ik dat de onderbouw kinderen niet zelfstandig zijn. Deels omdat ze het allemaal goed willen doen en daardoor maar vragen stellen of passief worden, deels ook omdat ze niet gewend zijn zelf naar oplossingen te zoeken bij problemen die ze tegenkomen. Dat is ook lastig, dat weet ik ook. Ook in de volwassen wereld zijn er kuddes mensen die in plaats van een oplossing zoeken lopen te klagen of boos worden, of net doen of ze iets niet zien. Dat is dé manier om niet verantwoordelijk te zijn. Het doet me denken aan een Texaanse koeienboer die 14.000 koeien op zijn land had lopen, 1500 geiten, 700 schapen en 2000 paarden. In de winter was het aan het sneeuwen op de ranch zodat het gras dat de beesten aten bedekt was. De schapen en paarden schraapten de sneeuw weg met hun voorpoten, de geiten begonnen aan de blaadjes in de bomen en de koeien… die stonden stil en deden niets. Dat doen koeien namelijk, niets. Met bosjes stierven ze van de honger, zonder in staat te zijn om een oplossing te vinden voor hun probleem. Zielig eigenlijk.
Maar het zoeken van oplossingen is waarschijnlijk iets dat je ook moet leren. Vindingrijkheid wordt gevoed door kennis en ervaring en dat is iets dat de onderbouwleerlingen waarschijnlijk teveel missen. Dat aangevuld met een vorm van onzekerheid, die hoort bij de grote stap naar de grote school en je hebt koeien in de sneeuw (om er meteen maar een beeldspraak van te maken). Dat is zo tegen mijn gevoel in. Ik hou van mensen die gecalculeerde risico’s nemen. Daar leer je namelijk het meest van naar mijn mening. Maar erg vaak blijft te keuze van de leerlingen beperkt tot lang genoeg wachten tot ik het goede antwoord geef, of volledig wild iets stouts gaan doen, omdat dat bij hun eigen gezoel goed past: de boel vergallen dus.
Dat laatste ken ik bij Chris ook steeds meer. Op de opvang leert hij van zich afbijten. dat is goed, want hij liet zich al zijn speeltjes afpakken en begon dan klaaglijk te huilen. Maar tegenwoordig zegt hij, terwijl hij rood aanloopt “NIET DOEN PAPA!!!” of iets als “Jij moet niet bal pakken!”. Op zich is daar inhoudelijk niet zoveel mis mee, ware het niet dat ik niet wil dat hij naar mij schreeuwt om zijn communicatie kracht bij te zetten. Dus leer ik hem dat hij ook vriendelijk vragen kan of “papa iets niet wil doen, alsjeblieft”. en Chris zou Chris niet zijn als hij dat graag even met de juiste toon herhaalt. Hij wil het tenslotte graag goed doen, ruzie maken is niet zijn ding geloof ik.
Maar goed, soms als hij moe is, of gewoon sjacherijnig gaat hij ook te ver. De meest duidelijk grens vind ik schoppen of slaan, wat hij nog wel eens kan doen in een driftaanval. Maar een andere grens is herhaaldelijk niet luisteren. Mijn grens is 5 keer iets zeggen, waarbij ik bij de derde keer begin te tellen en vertel dat ik het niet te vaak meer ga herhalen. Chris heeft trouwens daar ook al weer een oplossing voor gevonden. Want als hij iets hoort dat hij niet leuk vindt (bijvoorbeeld de aankondiging dat na Dora de TV uitgaat) doet ie net of hij mij niet hoort. Da’s ook dicht bij de grens trouwens. Niets is erger dan genegeerd worden door zo’n klein jongetje.
Regelmatig zijn er van die dagen dat hij die grenzen graag opzoekt en dan komt ‘de mat’ in het vizier. Dat is de mat bij de achterdeur waar hij op moet zitten. Volgens Nanny Jo moet je hem er heen sturen met de boodschap waar hij over na moet gaan denken, hem neerzetten op de mat en hem dan negeren. Hij is 2, dus na 2 minuten vraag je hem dan, op ooghoogte, waarom hij daar heeft moeten zitten. En dan maken we het weer goed met een dikke knuffel. Chris kan vaak nog niet helemaal goed verwoorden waarom hij op de mat heeft moeten zitten, maar dat wil ik best voorzeggen. Hij herhaalt het dan best aardig, behalve op de momenten dat hij er nog niet aan toe is om zijn ongelijk toe te geven, maar dan mag hij nog even 2 minuten terug. Het werkt goed. Vaak na een dagje wat vaker mat zitten, is hij daarna een stuk aangenamer. De mat, het strafhoekje is trouwens niet alleen goed voor hem, maar ook voor mij. Ik heb de neiging om me echt boos te gaan voelen op sommige momenten en dan moet je geen ruzie maken heb ik geleerd. Ik kan ook wel een time-out gebruiken, zijn mat is dan mijn mat. Ik ben 41, dus dat is dan een stief uurtje nadenken. Is goed voor me.