Vandaag zijn we bij een oude vriendin van mij uit Hilversum geweest. We hadden elkaar zo’n 7 jaar geleden voor het laatst gezien, andere levensfase, andere omstandigheden. Ik een kind, zij er twee, en natuurlijk allebei een gezinnetje. Toentertijd waren we vrienden die samen de kroeg in gingen. Nu was het even aftasten en dan zijn kinderen erg handig. Elk moeilijk of bijna doodlopend gesprek kan heel eenvoudig worden gered als het over kinderen gaat. Chris daagt iedereen genoeg uit en al bij het uitdoen van zijn jas, begon hij ronduit te brabbelen, de kamer te verkennen, het speelgoed dat voorhanden was te pakken en alle mogelijke aandacht op te eisen. Je kan zien dat hij gewend is met andere kinderen om te gaan op de dagopvang. Vrienden maken ze niet, maar hij vindt het bere interessant wat die oudere kindjes doen, laat zich graag uitdagen en knokt evengoed voor een speeltje, ook al is het niet van hem. Dus ging ons gesprek ook over hem en de andere twee kinderen. En mondjesmaat ook over andere belangrijke zaken van het leven, maar dat komt een andere keer wel weer.
Volgens het consultatiebureau moet je aan kinderen van twee niet meer vragen of ze iets willen, want het antwoord is toch ‘nee’. Dat klopt overigens. Soms is het een ‘ja’ bijvoorbeeld als je dezelfde vraag nogmaals stelt, maar het eerste antwoord is altijd ‘nee’. Dus moet je geen vraag stellen, dan frustreer je jezelf niet en het kind ook niet. Het houdt me bezig. Ik stel graag vragen aan leerlingen. En ik gebruik ook suggestieve truukjes om de juiste antwoorden te krijgen. Meestal geeft hen dat een gevoel betrokken te zijn bij de situatie en dat is goed. Maar bij zo’n baby van twee is dat niks. Hij schiet er niks mee op om ‘nee’te zeggen, want echte keus heeft hij niet. Dat helpt trouwens ook niets om hem keus te geven, want het antwoord op de vraag ‘wil je kaas of worst op je brood?’ is ook ‘nee’. De conclusie is dat je dan maar dingen doet, die hij ‘nee’ vindt en ik kondig ze graag aan. Er ontstaan kleine drama’s bij de uitvoering en soms is het zoeken naar een juiste toon of een afleiding, maar helaas werken al veel dingen niet meer bij hem.
Zo is poep verschonen niet meer zo eenvoudig als vroeger. Bij eerdere gelegenheden lag meneer op zijn rug te brabbelen, boekje in zijn hand, of paard, en liet gedwee gebeuren wat er moest gebeuren. Soms een beetje huilen omdat hij pijn aan zijn poepert had, maar nooit zodanig dat het onhoudbaar werd. De ‘nee’ fase betekent niet alleen ‘nee’ zeggen, maar vooral ook ‘nee’ doen. En of hij nu echt een hekel aan ‘poep-doen’ heeft (zo noemen we luier verschonen), hij kan me een keel opzetten en tegenstribbelen, boos doen en gooien. Je moet dan echt boos op hem worden en vermanend toespreken. Ik wil ook niet dat gejank aan m’n kop hebben als ik hem dat dan heb uitgelegd, dus hij mag vrij weinig zeg maar. Voor een kind als Chris, die eigenlijk zelden tegenwerkt is dit een grote openbaring. Voor mij als vader een verandering in gedrag. “tussen wat je overkomt – de stimulus – en jouw reactie, ligt de vrijheid en het vermogen om een reactie te kiezen”, volgens Covey. Dus hou ik nog steeds evenveel van deze gozer, zolang ik uiteindelijk maar win en ik win gelukkig altijd. De win-win situatie is ook duidelijk: Hij een schone luier, ik mijn zin. Volledig in balans, wederzijdse afhankelijkheid, 7 habits in een notendop.
Vorige week zijn we in het kader van de 70e verjaardag van mijn vader naar een huisje met een slagboom geweest. Mijn broer en gezin, ik en mijn levende have en uiteraard mijn ouders. 70 Jaar lijkt heel ver weg, maar dat zei ik ook toen ik 20 was en keek naar 40 jarige mannen. Mijn vader is nog steeds mijn vader, of hij nou 40 is of 70, eigenlijk maakt het niet zo veel uit. En het is genieten om te zien dat die drie kleinkinderen zoveel plezier opleveren bij hen. Voor mij was het geslaagd en mag het volgend jaar weer, ondanks dat het huisje zo gehorig was dat het gesnurk van mijn broer door de verdieping te horen was en Chris ineens een blaffende hoest ontwikkelde met navenant koorts. Deze week heb ik zelf ook met een snot-hoofd rondgelopen, maar nogmaals ik heb het er graag voor over. Voor het eerst zag ik overigens iets van kindervriendschap bij Chris en zijn nichtje Fenneke. Er was een open trap, waar ze natuurlijk niet naar boven mochten, maar op de onderste tree was het zo leuk zitten. Allebei hadden ze een tekenbordje dat je met zo’n schuifknop weer blanco kon maken. Het hele weekend heb ik ze daar met z’n tweeën terecht zien komen. Dat was een leuke ‘ja’.