Op de dagopvang is dit het middel tegen huilende moeie baby’s aan het eind van de middag, als niets echt meer werkt. Dan wordt een potje te voorschijn getoverd (volgens mij hebben ze een pallet ingeslagen) en na het blazen van de eerste bel, komt alles als vanzelf gekropen, geschoven en gelopen. Een bonte verzameling klein grut rondom de leidster en bijna iedereen is onder de indruk. Kan iemand mij vertellen wat er zo bijzonder aan is? Ik vind bellen ook mooi, vooral de onvoorspelbaarheid en variatie binnen de kaders vind ik super interessant. Sommige bellen hebben andere kleuren dan andere bellen, soms komt dat door de achtergrond die ze weerspiegelen, maar ook lijken er spontane kleurverschillen te zijn. Van helder geel glimmend, tot donker rood met een blauw randje. Is dat oppervlaktespanning, heeft het met warmte te maken, misschien luchtdruk, wat je gegeten hebt voor het blazen… er kan zoveel aan de hand zijn. Maar de basis is dat ze allemaal rond zijn, ze zweven en hebben een eigen grootte. Dat moet een metafoor op kunnen leveren voor een neiuw onderwijsconcept, of een managment verander tool. Iets met durven laten bewegen, zonder volledig de richting te sturen, maar door vooraf de juiste kant op te blazen. En dat je je moet realiseren dat hoe je blaast er grote en kleine bellen kunnen ontstaan, die ook weer eigen gedrag vertonen. Natuurlijk mag de specifieke kleur niet ontbreken in de bellen-spel-metafoor. Nou, ik voel een publicatie opkomen. Hier ga ik nog even op door epibreren.
Kijk nou dat jongetje hierboven. Hij trilt helemaal van opwinding, gilt het uit van plezier. Zoveel lol van een paar bellen… Ik hoop dat hij dat nog lang vasthoudt! Zo ongedwongen lol hebben is een waardevolle belevenis. Het wordt pas wat raar als hij 18 is en nog steeds zo reageert, maar dat spreekt voor zich. De interne belevenis zal wellicht hetzelfde zijn.