Het gebrabbel van Chris neemt steeds meer herkenbare vormen aan. Meestal niet overigens. Vooral ’s ochtends als hij zijn bed ligt, net wakker geworden is, komen de meest fantastische verhaaltjes eruit. We denken dat hij ze tegen de popjes aan het vertellen is. Maar dat weten we natuurlijk niet zeker. Er is een enorme diversiteit woorden en klanken, misschien zelfs emoties te ontdekken. Het klinkt vooral lieflijk, zo’n jongetje dat in zijn eigen wereldje aan het spelen is.
Een punt van orde is echter wel dat een aantal woorden die in zijn woordenschat liggen, verkeerd worden uitgesproken. Zo is “papa” bij hem ‘appa’ en logischerwijs is “Mama” ‘amma’. Dat is natuurlijk lekker makkelijk als je een opa en oma hebt, want dat verschil is niet zo duidelijk. De één lettergreep woorden waar niet zoveel dyslectische fouten ingemaakt kunnen worden zoals “Bah’ en ‘ die’ doen het nog steeds fantastisch. Nu is dat voor de vakliteratuur geen onbekend fenomeen. Zelf heb ik vaker bij kinderen van een ander gezien dat lettergreep volgorde, klank volgorde vaak wel consequent maar wel fout wordt gedaan. Misschien is er iets aantrekkelijks in het fout doen, maar evengoed kan het verschil tussen de ene en de andere klinker of klank bij zo’n kleintje gewoon niet binnenkomen. Ik weet nog heel goed dat wij de eersteklas van de havo een meisje in de klas hadden zitten die geen Engels kon. En met geen Engels bedoel ik dan kon het wel lezen, maar als zij iets uitsprak, dan was het nauwelijks verstaanbaar en leek het zeker niet op Engels. Haar ‘the’ was een ‘zzz’ ondanks dat de docent in kwestie met de moed der wanhoop tegen haar zei dat ze nog beter een ‘fff’ ervan kon maken, hield ze hardnekkig dit vol. Ik was 13, een spons als het ging over ervaringen opdoen, maar ook een meester als het ging om het beoordelen van goed en slecht. Deze Annemarie was het lichtend voorbeeld voor mij hoe ik het niet wilde doen. Mijn voorkeur ging uit naar het bijna bekakte Queens English. Toen ik zeven jaar later stage liep de buurt van Manchester waar een knorrig dialect werd gesproken, kreeg ik al snel het compliment over mijn nette manier van uitspreken ik kan me niet herinneren of het ooit goed is gekomen met Annemarie.
Mijn baby is bang van Sesamstraat. Je gelooft het niet maar als Sesamstraat op de tv is begint hij op twee momenten te huilen: als Bert (van Ernie) ten tonele verschijnt, en als dat vingerpopje (met die twee ogen bovenop) zijn ding doet. Vooral bij de laatste klinkt er een bijna panisch gehuil. Hij is dan echt overstuur. Waar dat vandaan komt mag Joost weten. Martina had een theorie die ging over grote witte ogen die hem aan zouden staren en hem bang maakten. Vandaag (zeg maar nu tijdens het typen) waren er nog twee van die momenten. Eerst bij Ome Willem waren Jan Klaasen en Kartijn in de poppenkast. Hij keek me aan en begon in zijn bekende gebrabbel ontevreden en een beetje angstig te praten. Ik ben naast hem gaan staan en heb zijn handje vastgehouden en samen hebben we gekeken. Dat luchtte op bij hem en mijn hand werd erg hard geknepen. En even daarna was dat andere jeugdtrauma TV programma van de Teletubbies op. Daarin kwam een herderin poppetje met een paar schapen voor. Weer ging zijn blik naar mij en ik kwam natuurlijk braaf naast hem staan. Dat handje weer en samen hebben we de enge film uitgekeken. Misschien dat dit de start is voor een andere beleving van die popjes. Ieder kind moet Sesamstraat leuk vinden. Misschien dat die sjacherijn van een Meneer Aart niet helemaal in de smaak valt, maar dat kan ik wel weer begrijpen.