maand 9 de tweetanden club

eerste tandjes

tandjes!

Het is nu officieel: het ene kleine puntje dat onderin zijn kaak te vinden was, is nu aangevuld met een klein puntje dat boven inzit. Daarmee is Chris toegetreden tot de club der tweetandigen. Ik weet niet of zijn sociale positie op de dagopvang daarmee ook gaat veranderen. Een duidelijk verschil is te herkennen tussen de kinderen die kunnen wel lopen en zij die alleen nog maar een beetje over de grond heen kruipen. En dan heb je natuurlijk nog de lig-baby’s, maar die tellen in het sociale proces niet echt mee, die liggen in de weg. Bij pubers is dit proces erg duidelijk. Sinds de opkomst van merkartikelen zijn dit vormen van sociale uitingen en mogelijkheden tot enerzijds onderscheidend vermogen en anderzijds ook groep cohesie. Het hebben van een speciale  spijkerbroek of bepaald merk petje met een logo geeft aan dat je bij een bepaalde groep hoort. Maar als je nou binnen die groep en binnen de afspraken die gemaakt worden over de te dragen kleding het nieuwste van het nieuwste hebt, stijg je in aanzien. Ik kan me zo voorstellen dat bij baby’s zo een zelfde proces plaatsvindt. Wij ouders praten met elkaar over wat hij al kan, baby’s merken onderling natuurlijk best dat de één iets kan wat de ander niet kan. De sterkste krijgt de leukste speeltjes, de snelste loopt ermee weg, de schattigste krijgt de meeste aandacht en die het hardste schreeuwt is het duidelijkst hoorbaar. Er zullen tussenfases in zitten. Dat Chris nu twee tanden heeft merk je het best als je per ongeluk een vinger in zijn mond doet. Die kaken worden zo sterk dat de kleine witte gekartelde puntjes een duidelijk tekens achterlaten. Het doet goed pijn. En dat zal natuurlijk niet alleen bij ons gebeuren, maar op de dagopvang natuurlijk ook.

De laatste jaren ben ik erg bezig met het opbouwen van een netwerk. Netwerken is niet alleen feestjes aflopen en de juiste mensen spreken, netwerken is juiste mensen op zoeken en hun mogelijkheden zo snel mogelijk inschatten en bevragen. Maar zoals zoveel dingen is netwerken geen doel op zich. In een gezelschap zie je de netwerkers die het om het netwerken doen al snel opvallen. Vaak te snel en te overdreven vrolijk lopen zij rond en gaat gesprekken aan met mensen die een mooi/duur pak aan hebben. De sociale orde gaat dan niet meer over het hebben van tanden (alhoewel het ontbreken van tanden tot een bepaalde senioriteit leidt) maar in de basis is er nog steeds hetzelfde. Gisteren was er een bijeenkomst bij ons op school in het kader van het vijfentwintigjarig lustrum van de school. Daarin sprak een bevlogen spreker over de zeven habits die door Covey beschreven worden waardoor een mens van een afhankelijk wezen eerst onafhankelijk kan worden en daarna wederzijds afhankelijk kan zijn. En in de basis beschreef hij het verschil tussen ons mensen en de dieren. De belangrijkste zin daarin is de volgende: wij mensen kunnen keuzes maken op basis van instincten die we voelen. En als je dat realiseert kun je steeds meer verantwoordelijk worden voor je eigen gedrag. Na afloop was er een borrel en ik moest een aantal mensen nog even spreken. Maar eigenlijk was mijn doel ook om een paar mensen aan te spreken die ik maar vaag kende. Ik had te weinig tijd gehad om mijn pak aan te trekken en ik moet me eerlijk bekennen dat ik er last van had dat ik er niet zo netjes uitzag. Als voorzitter van de medezeggenschapsraad kun je het je wel permitteren om er wat sjofel uit te zien, maar mijn idee hierbij is toch echt anders. Tot twee keer toe werd er bij het aangaan van een gesprek in een fractie van 1 seconde even snel van boven tot onder bekeken. Ter vergelijk: Dat was het moment waarop op de dagopvang de vinger en Chris zijn mond werd gestopt, maar nog niet toegehapt werd. De eerste keer was ik langzaam en werd ik afgedaan tot een netwerker die aan het netwerken was. Maar bij de tweede was ik me veel meer bewust van de sociale proces. De fractie van de seconde wachtte ik niet af en met mijn krachtige snelheid begon ik van wal te steken. Daarmee doorbrak ik de sociale orde of misschien beter gezegd herschreef ik de regels. En zolang je er allebei mee akkoord gaat is er niets aan de hand.

Chris leert enorm veel sociaal. Bij hem is het uiteraard nog erg primair en instinctmatig. Maar hij voelt donders goed aan wat werkt en wat niet werkt. Ik moet eerlijk zeggen dat in het woud van verwarring waarin ik leef Chris maar soms dingen duidelijk maakt die ik wel weet maar weer vergeten was. Bijvoorbeeld als het gaat om aandacht vragen. Zelf heb ik enorme hekel aan klagers en betrap ik mezelf erop dat ik de laatste tijd erg veel aan het klagen ben. Het vreemde is dat de uitwerking bij mensen mij wel duidelijk wordt, maar mijn eigen gedrag helaas nog niet zo erg. Door deze kleine leuke boef, die de afgelopen week erg ziek was met hoge koorts en dus jengelig, zie ik weer zo lekker duidelijk het verschil tussen positieve aandacht en negatieve aandacht.

Maand 8 Fusiehoofd

ameland Afgelopen week ben ik op werkweek naar Ameland geweest. Ik zou niet eens meer weten hoe vaak ik daar nu al ben geweest, maar zeker meer dan 10 keer. Het eiland is voor ons Almeerders uitdagend. Het heeft iets dorps, iets gemoedelijks, en iets ouds, wat natuurlijk in Almere niet te vinden is. De leerlingen weten dit overigens niet echt te waarderen. ‘Die ouwe troep’ ligt vaak in de weg en het ontbreken van de essentiële dingen in het leven, zoals Mac Donalds en FEBO, geven het eiland in de beleving een dikke min, maar daar gaat het gelukkig niet om op deze werkweek. Ameland is zo’n 30 km lang en 2 km breed, zwaar beïnvloed door de zee en zeer veel verschillende soorten natuur. Wij willen die kinderen laten kijken naar wat meer dan de nieuwbouw wijken en gestilleerde groenstroken. Door de opdrachten die onderdeel van het examenprogramma zijn, worden de doelen gehaald. De kinderen zijn uiteraard op zoek naar iets anders. Meestal grenzen ten opzichte van elkaar, roken, verkering, niet slapen, sociale contacten, raar doen enz. Maar volgens mij is dat alles prima te combineren. De reacties na afloop gaan daarom ook vaak alleen maar over dat ze zoveel hebben moeten fietsen en dat ze te weinig tijd hebben gehad om zelf dingen te doen. Beide is OK, want dat betekent dat ze overal naar toe zijn gegaan en dat het programma vol genoeg is geweest, zodat ze zich niet verveeld hebben.

Een week met een groep leerlingen van 14-15 jaar kost best veel energie. In ieder geval kost het een ander soort van inspanning dan mijn gebruikelijke leven van de afgelopen maanden. Alhoewel er ook veel hetzelfde is… Ze gaan niet zomaar slapen als dat moet, het eten wordt niet altijd gewaardeerd, ze zijn vaak te vroeg wakker en ze lachen soms om dingen waar ik de humor niet van in zie. Maar zo lang er een goede sfeer is, heb ik het naar mijn zin. Deze week heb ik grotendeels met mijn collega Nellie gedraaid (Fleur een ‘nieuwe’ orthopedagoge is ook twee dagen meegeweest) en daar kan ik het makkelijk mee vinden. Wij kunnen elkaar zonder veel woorden vinden en vullen elkaar aan waar een gaatje valt. En zij is net als ik een grote druktemaker. Dan is een werkweek op Ameland bijna een weekje vakantie.

Toen ik gisteren weer thuis kwam en Martina en Chrisje beiden lachten naar me, was ik weer helemaal thuis en helemaal benieuwd naar wat hij allemaal deze week had geleerd. Ten eerste was hij weer verkouden geworden en klonk zijn hoest als die van een volwassen man na een avondje stappen. Ten tweede werd de ‘dadada’ en  ‘éuuhh’ nu afgewisseld met een ’tititit’ geluid. En ten derde kan hij nu vooruit kruipen. Met zijn handen trekt hij zich vooruit en met frisse energie wordt de poes al achtervolgd.

Vandaag ben ik voor het eerst naar mijn nieuwe opleiding gegaan: Post Bachelor Bedrijfskundig management. Een mond vol nieuwe dingen voor me. De termen strategie en beleid, marketing en financiën komen langs en binnen no time stroomde Ameland weer uit mijn bloed. Martina wees me op ‘de andere manier van kijken’  en volgens mij had Chrisje het ook door dat mijn uitstraling anders was. Maar dat maakt voor een baby niet heel veel uit. Hij ging niet meteen slapen toen het moest, vond z’n flesje moeilijk te drinken met die snotneus van hem, en vanochtend was het weer half 7 toen hij wakker werd. Wie weet komt mijn Ameland gevoel wel weer terug daardoor.

Maand 8 nieuwigheid

Moe van alles
Aan alle kanten wordt je als jonge ouders bestookt met het fenomeen regelmaat. Regelmaat is de oplossing voor slapeloze babies, huilende jankers en slechte eters. En volgens mij draagt het bij aan het ‘houden van’, want iets dat je kan voorspellen, is iets waar je je aan kan hechten. Maar ergens pijnig ik mijn brein over de vraag hoe een ontwikkelend jongetje balans kan vinden binnen de regelmaat en het ontdekken van alles dat nieuw is. 
Er zijn van die regeltjes bedacht door organisatie psychologen die bepalen of een werknemer zijn werk leuk en uitdagend kan blijven vinden. Ze liggen een beetje uit elkaar maar de meesten komen uit op 70 á 80% bekende zaken en 20 á 30% nieuwe uitdagingen. Daar zijn ook weer fases in te ontdekken, maar de basis is dat iemand niet te veel of te weinig moet vernieuwen, anders verlies je het overzicht. Bijzonder vind ik zelf altijd de groep probleemoplossers in onze samenleving, die schijnbaar steeds weer voor een nieuwe situatie komen te staan. Volgens onderzoek blijken deze mensen de nieuwe situaties binnen korte tijd in te delen in bekende patronen en waar het voor ons complex en ondoorzichtig is, is het voor hen een veelkleurige herkenning. 
Dit weekend zijn we twee dagen achter elkaar naar feestjes gegaan. Chris kon daar nog wel eens wat van slag van raken. Nieuwe mensen, nieuwe omgeving, geluiden, geur, de reis er naar toe, ouders die anders doen, kortom, een typisch voorbeeld van die gebeurtenissen die binnen de 20% vallen. Een paar maanden geleden grepen zijn handen ook naar ons ouders en een diep gehuil van binenuit, van ’teveel van het goede’ maakten duidelijk dat de 30% regel overschreden was. Dit weekend was relaxed. Chris krijgt een heleboel op de goede momenten. ’s Ochtends is eigenlijk het enige moment dat hij nog zelf bepaalt wanneer hij eten krijgt (als hij maar hard genoeg huilt), alle andere momenten zijn goed afgewogen keuzes, die bij hem passen. Slapen is ook nog een onzekere factor bij hem, want waar andere babies 3 keer per dag te rusten worden gelegd, slaapt Chris vaak maar 1 keer en bij te veel lawaai, nog kort ook. Maar dat wetende, is dat ook in te plannen. Misschien is dat wel zijn 80%. Alles wat bekend is, volgens patroon is, is voor Chris zijn veiligheid. En ondanks dat elk speeltje misschien elke keer iets nieuws in zich heeft, weet hij steeds beter te vertrouwen op zijn 80%. Leren in veiligheid is dat. Zijn hippocampus (dat is een stuk van zijn hersenen) is in deze fase hard aan het werk om neurale paden te ontwikkelen. Deze zorgt er voor dat het geheugen wordt ontwikkeld, iets wat impulsief aanwezig is bij hem, bijna instinctmatig. Dat gebeurt in samenhang met de ontwikkeling van de pre-frontale cortex, die er voor zorgt dat de concentratie steeds beter wordt en hij keuzes maakt in waar hij aandacht voor heeft. In die nieuwe onveilige omgevingingen is Chris soms een ongeleid projectiel dat alles wil zien en bekijken en elk signaal wil volgen. Maar dit weekend dus gelukkig niet. Volgens mij heeft hij vol gebruik gemaakt van de 20% door de 80% te voelen. Da’s toch mooi!

Maand 8 Tandjes

tandjes?

Ik geef toe dat er nog niks te zien valt. Zeker niet op deze foto’s. Op vrijdag heb ik geprobeerd het ieniemienie kleine witte ondertandpuntje te fotograferen, maar zoals je ziet werkt Chris niet echt mee. Veel te druk van alle aandacht en ‘wat papa nu weer doet’ wrong hij zich in allerlei bochten en hield hij dapper zijn tong voor het nieuwe relikwie.

tandjes?!

tandjes!!?

Je kan het wel goed voelen en binnen een paar dagen is het nu officieel een tandje, want volgns mij is de volledige bovenkant doorgekomen. Met alle pret van dien natuurlijk, want dat gaat niet helemaal zonder slag of stoot. Het valt allemaal wel mee, maar hij was wel wat jengelig, ontevreden, werd wakker tussendoor, moest huilen zomaar ineens, wilde even niet… Eigenlijk zo’n dag die alle babies wel een keer hebben, alleen weten we nu wat de oorzaak is.

Ik ben erg beneiuwd wanneer hij er lol van gaat hebben. Tot nu toe sopt hij zijn koekies totdat ze zacht geworden zij en maalt zijn tandvlees de eventuele stukjes fijn. Ik verwacht niet dat hij een ferme beet uit een liga gaat nemen, maar misschien wordt het nu makkelijker om wat grotere stukjes fijn te gaan maken. Ach, met sentiment kijk in nu nog naar hem als hij een half uur doet met zijn halve liga. Van oor tot oor zit hij onder en zorgvuldig zorgt hij dat elk gevallen stukje in zijn mond beland. De liga is na verloop van tijd gereduceerd tot een dikke natte suspensie, maar dat boeit hem niet echt. Elke vinger waar een soppig brokje aan zit wordt in zijn mond gestopt en schoongemaakt. Dat mag nog wel een tijdje doorgaan wat mij betreft. Maar de andere kant is dat hij met de pot mee kan gaan eten na verloop van tijd en dat vind ik ook wel erg leuk.

maand 8 puzzelen

wafwaf mauwmauw boeboe en pieppiep

In de categorie “hoe moeilijk kan het zijn?” is één van de nieuwste uitdagingen voor Chris de puzzel “wafwaf, mauwmauw, boeboe en piepiep”. Afkomstig van de tweedehandswinkel stuitte Martina op dit houten geval, vier mogelijkheden met overduidelijke plaatjes, zodanig verschillend in grootte dat zelfs een blinde kamerplant een goed figuur zou slaan. En zelfs die wordt geholpen, want op de mauwmauw en andere dieren is een stukje nep-vacht geplakt, zodat die ook nog voelt als een beetje echte. Chris vind het prachtig, maar dat begint natuurlijk met de geluidjes die Martina verzonnen heeft. Grote ogen volgen haar als zij hem een keuze laat maken met welke dier hij wil gaan spelen. Alsof het uitmaakt. En als zijn handen dan ergens naar toe gaan en hij het dier bemachtigt, dan is het erg leuk om ermee op het houten bord te beuken en vooral te kijken of iedereen je ziet.

chris en wafwaf

Puzzelen lijkt voor oude mevrouwen die niemand om zich heen hebben. Puzzelen is een vorm van vermaak dat je in je eentje kan doen, ik heb zelden groepjes puzzelaars gezien die met z’n allen leuk woordjes invullen of elkaar complementeren bij een 50.000 stukjes nachtwachtpuzzel. Chris gaat daar zo niet mee om, want zijn motivatie zijn is die leuke plaatjes deelgenoot te maken van zijn leven en de omgeving. Dat eerste is ook belangrijk en hij kan prima spelen met de diertjes, totdat ze te ver bij hem vandaan zijn gegooid. Zijn willekeur bereikt niet veel, maar dat is ook niet belangrijk. Lol, vermaak, het voelen aan materiaal, geluid enzovoort zijn veel belangrijker dan het resultaat wat wij bedacht hadden.

Ergens hebben wij mensen in het verleden geleerd dat als er een gaatje is, er wellicht iets oppast dat het dicht maakt. Dat kan handig zijn. Die eerste mensen zullen dat semi-bewust gedaan hebben, om het later bewust door te geven aan hun kroost. En het wordt natuurlijk steeds complexer. Meerdere takken maken een dak, touw kun je gebruiken om die takken te verbinden, een muur is handig om nog meer beschutting te vinden, een deur om dieren erbuiten te laten, kamers maken dat je je veiliger voelt, en uiteindelijk (ik sla wat stappen over) leveren een paar electronische verbindingen de mogelijkheid om een electrisch signaal weer terug te coderen naar een aflevering van “million dollar wedding”, of je het nu leuk vindt of niet. Geen mens doorloopt meer die fases. Doordat we al zoveel weten zijn de puzzels van het leven al grotendeels opgelost en hoeven we niet meer met de boeboe op het houten bord te meppen, totdat er een moment komt dat deze toevallig in het gaatje valt. Da’s nu het voordeel van wat we al weten. Het nadeel is dat we al zoveel weten en we keuzes moeten maken voor wat we gaan doen. Er zijn wel 100 leuke of nuttige dingen, waar ook weer 100 variaties op zijn met elk weer 100 keuzes hoe die uit te voeren. Voor onze nieuwe-tijds-kinderen wordt het volgens mij steeds belangrijker om niet alles zelf op te kunnen lossen, maar veel meer om een manier te vinden in het grote ondoorzichtige bos van mogelijkheden. Misschien dat daardoor wel zoveel mensen last hebben van ADD of ADHD of depressiviteit of andere moeilijke dingen. We willen allemaal invloed hebben op onze omgeving en als dat niet genoeg meer lukt dan krijg je uitval.