jaar 6.7 Ik mag ook niks…

boevenkopNiets is frustrerender dan voor je gevoel alles te kunnen en niets te mogen. Het is een doorlopend thema, dat voor alle leeftijdsgroepen wel in meer of mindere mate geldt. Chris wil heel graag iets doen, soms is dat helpen, soms is dat gewoon zijn eigen ding doen, maar hij wil dat wel. En in toenemende mate mag hij vaker iets niet dan iets wel. Het klinkt allemaal prachtig natuurlijk. Hij wil best de autosleutel krijgen en iets uit de auto pakken als dat nodig is. Of de vuilnisbak buiten zetten, is ook geen probleem. Of met een grote schaar even het pakje sinaasappelsap openknippen. Maar er zijn genoeg redenen die wij ouders zien, die voor hem irrelevant zijn. Dat is het voordeel van het klein zijn tenslotte: Consequenties zijn nog redelijk beperkt, het overzien ervan helemaal.

Hij leert natuurlijk dat vragen ook vermeden kan worden. Gewoon doen, dan zie je wel waar het schip strand. Op deze leeftijd is dat nog makkelijk te ontdekken. Er komt een blik in zijn ogen, die al verraad dat hij iets aan het doen is dat eigenlijk niet mocht. Zoals laatst… mijn visitekaartjes… en een stift…. Natuurlijk ben ik dan boos. Het kost tenslotte geld, tijd, energie en vooral: het was niet nodig. Maar dat krijg je natuurlijk maar beperkt aan zijn verstand. Vaak weet ik niet of het doordringt bij hem, totdat een ander dan met hem spreekt en hij in geuren en kleuren tot in de nuances weet te vertellen wat hij wel  mag kleuren en wat niet. Maar het zou ook zijn zijn als ik dat gevoel zou krijgen na een pedagogische actie dat er iets was blijven hangen.

De bijdrage van zijn zus is ook dubieus. Waar Chris volgzaam was en met teleurstelling zijn terechtwijzing aanvaarde, geeft Mijke nu voorbeelden die het tegenovergestelde zijn: “mag niet naar bed toe!” en in een boze bui “mag niet lachen papa!!!”. En zoals je weet doet goed voorbeeld volgen. Chris probeert ook tegengas te geven, maar ik lang ziet zo duidelijk als Mijke, wat ook weer frustratie oplevert.  Mijke komt met haar grote mond er mee weg en hij probeert alleen maar stoer te doen, waarna hij op de stout-mat beland. Ergens voelt hij dat wel en in zijn boze buien beloofd hij steeds vaker dat hij bij de buren gaat wonen, hij een andere papa en mama gaat zoeken en nu expres niet meer gaat luiseren. De grotere dreigementen komen vanzelf als hij ouder wordt.

Het is niet leuk om het gevoel te hebben dat je ‘niks mag’. Hij mag namelijk donders veel en de truuk is denk ik om de dingen die hij wel mag te benoemen. Niet dat dat werkt, want voor hem is alles al normaal als hij het 1 keer gedaan heeft en dan wil hij weer wat nieuws erbij. Zo heeft hij een PC waar hij via snelkoppelingen naar wat spelletjes sites mocht gaan. Dat ging maandenlang goed, want Chris gaat niet naar andere sites, dat mag tenslotte niet. Totdat hij trots kwam vertellen dat hij de achtergrond van zijn bureaublad had veranderd naar dezelfde als op mijn PC. Na even klikken zat hij in het configuratiescherm om daar vanalles te gaan veranderen. Niet zo handig. Dus heb ik snel de PC dichtgetimmerd met Microsoft Essentials (http://www.gigitaal.nl/programmas/internetfilter-voor-kinderen/), waarna hij natuurlijk weer gefrustreerd was, omdat hij het bureaublad niet meer mocht veranderen.

Tja, 6 zijn is leuk. Hij kan al veel met zijn 6. Maar hij wil nog veel meer met zijn 6 en dat gaat nu nog niet altijd.

jaar 6.3 Niemand laat zijn eigen kind alleen

schilderij-vogels2014, Weerterbergen, vakantie. De school van Chris had een margedag voor de voorjaarsvakantie en aangezien mijn vrije dag altijd al op vrijdag is was het een klein gemak om vrij de regelen voor de hele familie. Een weekend weg is leuk, maar voor je het weet ben je na het uitpakken alweer aan het inpakken. Een midweek is 1 dag langer en als je dan naar het totaalbedrag kijkt, is het eigenlijk niet zo veel duurder om een hele week weg te gaan. Leuk om even alle druktes te vergeten. En weg betekent dat je ook echt even uit de routine bent. Een hutje achter de slagboom ligt dan voor de hand.

Diep in mijn hart zit een strijd tussen de ruimte die Chris wil en het vertrouwen dat ik hem wil schenken naast het beschermen van dit kleine 6 jarige jongetje tegen alle stommiteiten die hij mogelijk kan begaan. Thuis mag hij zelf een rondje fietsen op de stoep en door het hofje. Dat doet hij goed en stiekem heb ik gekeken wat hij doet, maar hij blijft netjes op de stoep, fietst aan de kant in het hofje en als er een auto nadert, stopt hij liever even aan de kant dan door te fietsen. Dat geeft vertrouwen. Maar onlangs werden we door een buurmeisje erbij geroepen, omdat hij een enorme bloedneus had gekregen in het hofje. Zomaar, spontaan… dat geeft geen vertrouwen. Maar het kan geen reden zijn om niet meer te fietsen. De grens is onduidelijk. Zelf op zijn kamer spelen, zelf bij de buren aanbellen, zelf iets uit de auto halen, zelf naar de winkel, zelf naar school.. ze zijn allemaal de revue gepasseerd als zijn wens. Maar op de eerste 2 na ben ik daar nog niet aan toe.

De andere kant van de medaille is dat hij zich aanzienlijk anders gedraagt als één van ons erbij is. Als hij alleen iets gaat doen zoekt hij naar oplossingen en denkt hij aan mogelijke dingen die in de weg staan. Maar als wij erbij zijn, moeten wij aan alles denken en verwacht hij dat ook. Dus passief, dociel en niet aanspreekbaar laat hij zich door de problematiek leiden, waarbij wij ons verbazen over deze houding en zelfs een beetje nijdig worden. Hoe kun je tenslotte opvoeden als je geen tot weinig respons krijgt? Nee, makkelijk is hij daarin niet.

Chris is nu op de leeftijd dat hij gebruik kan maken van de entertainment op het park. Tot deze vakantie was Bollo een vriendelijke beer als hij op afstand bleef. We zijn wel eens langs een voorstelling gelopen toen hij stukken kleiner was, maar op meer dan 50m meter wilde hij niet komen. Maar nu is hij zover dat hij wel alleen wil gaan naar de animatie activiteiten. Even weg van zijn overbezorgde ouders en zijn zus die alle aandacht opeist, is een prettig vooruitzicht.  En dan is de grote vraag: ‘wat doe je dan?’

Dit jaar mocht hij naar een knutsel activiteit. Die had hij zelf uitgezocht uit het blaadje waarop alle animaties stonden: Schilderen voor kinderen tussen de 6 en 8 jaar van 12-15 uur. Ideale tijd, want dan hebben de ouders ook wat quality time in de middag, tenminste zo zal dat wel bedacht zijn. Op het park zijn van die spontane jonge meiden die het vorm geven, maar daar komt ook een beetje mijn angst vandaan: Toen ik klein was werd ik wel eens naar ‘het buurthuis’ gestuurd. Dat was in mijn ogen een niet georganiseerde bende waar het recht van de sterkste gold. En aangezien ik (nog steeds) de kleinste ben was dat niet altijd even makkelijk. Toezicht was daar maar zeer beperkt, en ingrijpen was uit den boze. Want in de jaren 70 waren de buurtwerkers overgebleven hippies die niet in autoriteit geloofden. Ik weet nog dat wij met de straatkinderen een clubje hadden opgericht om in de natuur te gaan lopen ’s ochtends vroeg. Om de ouders in te lichten was er een brief opgesteld waarin stond dat het clubje bestond en dat we onder begeleiding zouden gaan wandelen maar schreef de buurtwerker…’ik ben niet de baas van het clubje, dat is Henry.” … Blijkbaar was dat heel belangrijk voor hem. Ik ben ook nooit meegegaan naar dat wandelen. Ik kende de jongens en dat waren geen sociale typetjes, niks voor mij in ieder geval.

De tijd dat hij aan het schilderen was heb ik er wel aan gedacht. Het idee kwam ook in me op dat ik waarschijnlijk liever Mijke zou sturen dan Chris. Mijke is veel minder kwetsbaar en komt ook veel beter voor zichzelf op. Als een kindje iets afpakt laat ze dat luid en duidelijk horen en gaat door totdat ze het terug heeft. Chris heeft de neiging om mokkend in een hoekje zielig te gaan doen. Niet echt effectief en vooral in een grote nieuwe groep met vriendelijke spontane begeleid-meiden, ook een mogelijke lastige situatie.

Toen hij terug kwam had hij een sticker met ‘Chris 62’ op zijn truitje en een blauw schilderij met vogels. Hij was er trots op. De juffies waren aardig en hij wist niet meer of hij nog met andere kindjes gespeeld had. Al met al best een goed resultaat.

jaar 5.11 Verliefd

verliefdAls je vijf bent kun je nog niet echt spreken over verliefd zijn. Chris zit in de klas en is vrij populair onder de dames. Hij heeft door dat hij best een knuffel kan vragen bij deze en genen. Vorig jaar was er nog een onbevangen vrijheid, Waarbij het niet uitmaakte of er jongens of meisjes geknuffeld werden. Maar tegenwoordig is hij al een stuk selectiever. En zo is zijn grote favoriet Anna. Dat is het meisje dat het elke keer moet ontgelden, maar echt erg vindt zij het helemaal niet.

Anna woont en stukje bij ons vandaan. Helaas dus niet iemand waar hij zelf op zijn fiets naartoe kan gaan om even een uurtje te spelen. Dat betekent dat als een samen gespeeld gaat worden er een speel afspraak gemaakt moeten worden. Een paar weken geleden is dat voor het eerst gebeurt. Chris mocht bij Anna spelen. Na een geweldige middag spelen heb ik hem weer opgehaald en hij, koel als hij was, aangaf dat het best aardig was. De moeder van Anna vertelde dat ze het geweldig leuk hebben gehad met zijn tweeën. En ik merkte in zijn gedrag en de verhalen die hij na afloop vertelde dat het ook een grote impact op hem heeft gehad. Anna is gewoon geweldig. Maar zo vindt Anna Chris ook geweldig. Anna blijkt elke dag uit school met verhalen over Chris thuis te komen. Het samen spelen was een soort apotheose van alles wat ze al mee hebben gemaakt in de afgelopen tijd met zijn tweeën. Geweldig toch!

Het is belangrijk voor Chris om geliefd te zijn, volgens mij willen alle kinderen van vijf dat natuurlijk… Iedereen doet wel iets om op te vallen, om daarmee te zorgen dat hij meer geliefd wordt dan anderen. Chris probeert als vijfjarig jongetje een heleboel dingen uit om te kijken of die bij hem passen. Zo probeert hij een vorm van humor uit. In onze ogen is dat vaak een raar doen en rare harde geluiden maken, maar onder de kindjes wordt dit als grappig ervaren. Meestal beginnen kinderen te lachen om zijn gedrag, maar soms ook niet. En dat is voor hem de motivatie om het in de overtreffende trap te doen. Hij gaat dan nog harder en nog raarder doen om ervoor te zorgen dat hij nog meer opvalt. Ik probeer te leren dat opvallen ook op een andere manier kan. Maar om heel eerlijk te zijn slaat dat op dit moment nog niet heel erg aan bij hem. Op deze leeftijd is dat natuurlijk ook moeilijk. Subtiliteit is nog niet iets wat bij jongere kinderen woord over het algemeen. In dat opzicht is het makkelijker als je een leuk speeltje hebt, dan heb je meteen vrienden. Maar wellicht werkt dat in de volwassenwereld nog steeds zo. Zo heb ik een studio en een aantal vrienden…

verliefd2 Op zijn school wordt er gewerkt met ‘de petten’. Elke kleur pet staat voor een bepaald soort van gedrag. Kinderen zijn dus niet de zwarte-pet, maar hebben de zwarte-pet op. Hij weet ze feilloos te bedenken waar al deze petten voor staan en uiteindelijk ben je de kanjer als je de witte pet op. Dat is natuurlijk het streven van alle kleuters. Er zijn echter wat deelgebieden in gedrag die niet in de petten te vatten zijn zoals bijvoorbeeld het irritante napraten. Dat doet hij als hij op zijn donder krijgt. Als hij wat heeft uitgehaald, heeft Chris de neiging om mij of Martina na te praten. Dat is een hele brutale vorm om tegen ons in te gaan. Ik zei al tegen hem, dat we daar maar eens een pet voor moesten gaan bedenken. Maar hij was daar heel eerlijk in, daar bestaat geen pet voor. Waarop ik zei: “maar we hebben toch de lichtgroene pet nog?” Maar dat was natuurlijk uit den boze. Het was niet de bedoeling dat iemand zomaar petten erbij ging verzinnen. Nou heb ik daar maling aan kan ik je vertellen, dus ik verzin bij elk soort irritant gedrag wel een nieuw soort pet. Al dan niet grappend, al dan niet een beetje kleinerend, het doel is dat hij duidelijk krijgt dat bepaald gedrag niet kan. Maar dat was toch ook de bedoeling van deze petten? De petten werken best aardig als het gaat om een beeld te krijgen over het gedrag. Wij hebben ze op de VO scholen ook gebruikt, waarna ze vrij snel hun waarde gingen verliezen. In de eerste klas kun je best nog even spreken over de petten, maar daarna is het van de zotte. Petten zeggen iets over gedrag, en dat is wat je leerlingen wilt gaan leren. Gedrag is dus iets waarvoor je kiest. En als leerlingen dat idee zouden gaan adopteren, zou het leven een stuk makkelijker worden.

Ik moet helaas wel bekennen dat ik het lastig vind om gedrag en persoon los te koppelen bij Chris. Als hij een buitje heeft, is hij er moeilijk uit te krijgen. Soms door vermoeidheid, soms door gebrek aan het eten, soms omdat hij zich gewoon ellendig voelt. Maar soms ben ik ook moe of voel ik me wat ellendig waardoor ik niet altijd zo pedagogisch verantwoord kan reageren. En dan zie ik een heel vervelend jongetje en vergeet ik soms dat hij nog steeds maar vijf jaar is en dingen aan het uitproberen is. Het meest opvallend voor mij is als hij in zo’n bui is en hij een vriendje tegenkomt, hij direct zijn gedrag omslaat in grappig doen. En dat geeft maar weer eens aan hoe situationeel gebonden zijn gedrag is. Onze interactie maakt dat hij zich vervelend mag gedragen. Dat mag je als kind bij je ouders doen, de band is tenslotte sterk genoeg. Maar bij een vriendje… Daar moet je je best voor doen.

 

jaar 5.8 Sociaal zijn moet je leren

samen-eten

Het is me toch ook wat. Het meisje van anderhalf jaar oud dat wij nu in huis hebben stelt nogal veel eisen. Ik kan me niet meer goed herinneren hoe Chris was toen hij anderhalf was, maar zo dominant en aanwezig als Mijke was hij niet in ieder geval. Ze heeft een heel duidelijk beeld van hoe de activiteiten eruit moeten zien, wie wat moet doen, in welke volgorde, en vooral wat haar rol daarbij is. Daarbij vergeet ze nog wel eens dat zij maar anderhalf jaar oud is en nog een heleboel dingen niet kan. Het begint heel simpel met bijvoorbeeld dat zij altijd zelf met een lepel wil scheppen. Nu weet ik niet of je wel eens een kind van anderhalf met een lepel hebt zien scheppen… Het is in ieder geval erg vermakelijk, maar weinig efficiënt. Als het gaat over eten en voedsel naar binnen krijgen is het toch een stuk makkelijker om wat grotere scheppen zelf in haar mond te doen. Maar dat pikt mevrouw niet! Zij wilden lepel vasthouden en in haar mond doen en als je toch het lef hebt om de lepel af te pakken begint in eerste instantie heel hard te gillen, iets dat ze nog lang vol kan houden ook.

Natuurlijk proberen wij als ouders ons best te doen het allemaal in goede banen te leiden. We negeren haar bij tijd en wijle, complimenteren haar op de dingen die ze goed doet, proberen een grapje te maken als het weer eens uit de hand loopt… Ach zo proberen we van alles en de ene keer is dat effectiever dan de andere keer.broer-en-zus

Het is altijd wel bijzonder hoe Chris hier in vaart. Een paar maanden geleden was hij zelf niet genieten en erg moeilijk positief te stimuleren. Maar volgens mij heeft zijn zus hem overtroffen en misschien is er een kosmische balans ontstaan. Dat betekent dat hij beter aanspreekbaar is en ook luistert als hij aangesproken wordt in zijn rol als grote broer. Een goed voorbeeld werkt bij de meeste mensen goed. De band tussen hem en zijn zus is ook wel bijzonder. Op een één of andere manier heeft Mijke bij ons veel te halen en kan ze dat dus ook uitproberen door zich niet altijd even prettig te gedragen. Maar bij haar broer is dat anders. Dat weet Chris ook donders goed. Het begint met het feit dat hij haar aan het lachen kan krijgen, en dan bedoel ik niet zomaar lachen. Ze kunnen schaterlachend over een één  of andere stommiteit als kiekeboe of een raar geluid wordt vaak herhaald wordt over de tafel rollen. Dat is typisch we tussen deze twee is ontstaan. En daar kun je natuurlijk ook prima gebruik van maken. Want het is alsof je een kwartje in een apparaat gooit: “Chris wil je je zusje aan het lachen maken?” Waarop hij meteen zijn best gaat doen om grappig te zijn. Maar ook als ze samen aan het spelen zijn kan dat erg leuk verlopen. Zolang hij niet een hele mooie trein baan heeft gemaakt die Mijke elke keer kapot wil maken, kunnen ze lang met een bal spelen en stoeien op bed. Ik vind het fijn dat mijn kinderen dat samen kunnen, ik heb veel voorbeelden gezien waarbij dat niet op die manier kon in ieder geval.

Chris zit nu in groep twee. Dat betekent dat er iets andere eisen gesteld worden aan hem dan dat dat vorig jaar de situatie was. Het blijft natuurlijk nog kleuteronderwijs, veel spelen en een aantal ‘moet’ werkjes. In de klas zitten nu wat kleinere kinderen. Op één van de fietstochten die we na het eten op de elektrische fiets hebben gemaakt kwam het onderwerp “anderen helpen” naar voren toe. Meestal is het moeilijk om een fatsoenlijk gesprek met hem te voeren over iets van school. Meestal is het antwoord namelijk “ik weet het niet”. Maar toen ik hem vroeg hoe hij anderen aan het helpen was vertelde hij dat hij regelmatig kleine kindjes hield met de uitleg van het Dalton bord en met spelen. En toen ik hem vroeg waar hij goed in was toen gaf als antwoord “grappig zijn”. Dat is zeker herkenbaar. Ik weet nog dat ik met hem samen naar school toe liep en hij eigenlijk de hele weg klagerig en bozig was. Maar toen Emma in één keer in beeld kwam draaide hij om als een blad op de bon. Met veel energie ging hij meteen grapjes maken en rare geluiden zodat Emma ook moest gaan lachen. Het was grappig om te zien dat hij zo bewust kiest voor een houding bij de een en bij de ander.

Dat is ook altijd de gouden regel die ouders maar in hun hoofd moeten printen: als een kind zich bij jou misdraagt en vervelend is en de anderen zich prima, vrolijk en sociaal gedraagt wil dat zeggen dat je een goede opvoeding verzorgt. Tenslotte voelt het kind zich vrij en vertrouwd om zich te misdragen bij jou, en weet dat hij zich moet gedragen in ander gezelschap. En dat dat niet altijd even leuk is voor ouders, dat kan ik ook wel bevestigen. Maar op dit moment hoop ik dat Mijke snel over de gil-fase heen komt. Dat gaat namelijk door merg en been en is niet goed voor mijn trommelvliezen…

 

jaar 5.7 All is well on Facebook

In een onderzoek laatst kwam naar voren dat het geluksgevoel van mensen veranderd was door het gebruik van Facebook. Daar kan ik me overigens wel wat bij voorstellen. Facebook is een medium waar veel feel good stories worden verteld en de laatste jaren steeds meer in de vorm van foto’s. Dat betekent dat veel verhalen gedeeld worden over hoe leuk of hoe spannend het leven is, welke mijlpalen er gehaald zijn… Kortom: all is well. Volgens Facebook zijn de meeste mensen erg gelukkig.

Maar in werkelijkheid is dat helaas niet zo. Veel mensen zijn vatbaar voor hun sociale omgeving, en Facebook is natuurlijk een geweldig kanaal daarvoor. Als sociale dieren wordt de groepsnorm door ons allemaal gemaakt. En wat blijkt: de norm die bij Facebook wordt gesteld is door niemand te halen. Het werkelijke leven is veel weerbarstiger dan alleen de leuke verhalen die op Facebook te lezen zijn. Maar omdat mensen die verhalen steeds minder te horen en lezen krijgen is de norm gelukkig zijn. Het gevolg is dat mensen pas gelukkig zijn als 90% van hun leven in orde is. Dus 90% van alle zaken die zij doen en willen moeten te realiseren zijn en maar 10% teleurstellingen mogen voorkomen. Dat is nogal wat! In het onderzoek dat ik gelezen heb is dat een verschuiving die in eerste instantie te maken heeft met het steeds rijker worden van het Westen. 20 jaar geleden waren de cijfers in de orde van grootte van 70%. Je kunt je dus ook wel voorstellen dat steeds meer mensen depressief worden als ze kijken naar hun eigen leven en dat aan de norm koppelen die in de Facebook geldt.

gelukkigChris kan bij tijd en wijlen vreselijk ongelukkig zijn. Tenslotte is zijn leven niet ingericht zoals hij dat precies wil. Als hij lekker rondjes wil gaan fietsen buiten samen met Emma, en hij belt bij zijn buurmeisje aan en deze blijkt niet thuis te zijn, dan kan hij doodongelukkig zijn. Dat is natuurlijk logisch, hij had er zich tenslotte erg op verheugd. Maar het gaat natuurlijk verder. Als hij tv aan het kijken is en we moeten gaan eten kan er een enorme driftaanval ontstaan bij hem als de tv tegen zijn wil in uit wordt gezet. En deze vakantie heb ik voor het eerst bij hem verveling gezien. “Saai…” zei hij dan met zo’n oorwormen gezicht. En altijd maar je eigen spel moeten verzinnen en daar nog van genieten ook is niet altijd even leuk. Maar gelukkig was hij ook makkelijk weer te motiveren om iets anders aan te pakken om à zeker als er een voorstel was van een externe partij. Zo was er een Nederlands stelletje een aantal vakantiehuisjes verderop met een dochtertje van drie, die nogal zelfstandig en bij de hand was. Onze niet al te lange Chris en dit leuke meisje konden het prima met elkaar vinden. Dus als zij langskwam om even iets te gaan doen was alles weer goed.

Toch maak ik me wel eens zorgen over het geluksgevoel van kinderen die in deze tijd opgroeien. We hebben geen directe zorgen over of er voldoende eten is of andere primaire levensbehoefte’s. Maar dat houdt ook in dat het moeilijk is om uit te leggen dat er ook waardering moet zijn voor de eenvoudige dingen in het leven zoals eten en drinken. En al snel is dan de neiging om te vergelijken met de arme kindjes die helemaal niets hebben. Maar die zijn ver buiten zijn reikwijdte. In principe verwacht hij net zoals veel kinderen trouwens dat als hij iets wil dit ook gerealiseerd zal gaan worden. Het antwoord nee, het is eigenlijk geen optie.

De wereld wordt erg klein door het gebruik van sociale media. Facebook is een belangrijk onderdeel geworden van het onderhouden van contacten. In het onderzoek kwam ook naar voren toe dat veel mensen zich ergeren aan ouders die continu foto’s van hun opgroeiende kroost op Facebook zetten. Het lijkt alsof Facebook het fotoalbum aan het vervangen is. Het leven lijkt steeds meer een matrix-achtige wending te krijgen. Er is een echt leven, en er is een leven dat online geleefd wordt.

Het thema geluksbeleving en daaraan gekoppeld het omgaan met teleurstellingen zal ik eens wat scherper op mijn vizier gaan zetten. Ik merk dat ik me erger aan de boze aanvallen, die vaak uit onmacht bij Chris ontstaan. Ik hoop dat er een manier is om hem beter om te laten gaan met de moeilijke dingen in het leven. Natuurlijk is hij pas vijf, je moet ook niet alles verwachten. En natuurlijk ben ik ook beïnvloed door al die Facebook moeders die vertellen dat een kind van vijf altijd maar leuke dingen aan het doen is.