jaar 1.8 op vakantie

vakantie_1

vakantie_2

vakantie_3

Ik heb een week lang nagedacht wat ik wil schrijven over de vakantie. Het zit me in de weg dat ik morgen weer zelf aan de slag moet, vandaar dat mij geen spontane inval komt. Zomervakantie voor docenten is zo lang, dat de start van het nieuwe schooljaar vraagt om een bewuste terugkeer. Maar in ieder geval wil ik je vertellen dat Landal Greenparcs ook grote huisjes heeft in Noord Duitsland en niet die altijd-te-kleine-hutjes; Dat het verkeer in Denemarken een stuk relaxter is dan in Nederland en Duitsland; Dat ik nog nooit zoveel Windows groene heuvels heb gezien; Dat zo’n 3 uur rijden meer dan genoeg is met een mannetje van anderhalf in de achterbak; Dat een DVD speler in de auto het nog een extra uurtje kan rekken.

Ik ben 1 keer eerder met vrienden in Denemarken geweest. Dat was in het jaar dat Bjorne Ris de tour won, het jaar dat mijn eerste vriendin eens ging kijken wat er buiten onze relatie te vinden was. Ik had mezelf voorgenomen om iets alleen te gaan doen, iets te doen waardoor ik op mezelf terug moest vallen. Deze vakantie was al gepland en we gingen met een Fiesta met dakkoffer naar Denemarken om daar een paar dagen samen op te trekken en daarna zou ik drie hele dagen doorbrengen in Odense, waarna we elkaar weer zouden treffen in Kopenhagen. Drie hele dagen, drie dagen van eenzaamheid, van eigen keuzes, van nadenken of mijn toekomst, van zwelgen in een gevoel van ongeluk. Ik kan je vertellen dat ik me nog erg goed herinner dat ik inderdaad niet echt met mezelf door de bocht kon. Ik wist echt niet wat ik doen moest, en besloot toen maar om dingen gewoon maar te doen, zonder de vraag of het leuk was. Daar kwam uit dat ik vele musea bezocht met de drie/daagse Eventir pas, ik alles zag dat Hans Christian Andersen achter had gelaten en dat ik een paar Denen ontmoette via het programma ´meet the Danes´. Deze twee mensen werkten beiden op een school, hij directeur, zij bevlogen docent Biologie (iedereen mag fouten maken). Ik had al wel eens gehoord over de progressieve manier van onderwijsbenadering, maar alles was waar. Als bevlogen student hoorde ik over 5 keer per jaar de natuur in, naar Zweden of Duitsland. En over klassen van 22 leerlingen maximaal. Leren in de vorm van ervaren, van meemaken en voelen en betrokkenheid. Sociale ontwikkeling die elke docent mee initieerde. Het moest wel, want de klassenleraar die meeging op de vele kampen, nam een stuk opvoeding over. Dat is wat anders dan een werkweek Ameland waar toch nog vele leerlingen het gevoel hebben dat het een spelletje is tussen ‘wij en zij’. De school zelf heb ik ook mogen zien en het was een verzorgd net gebouw. Ik had veel inspiratie opgedaan. Op de laatste dag kwam ik in het Hans Christian Andersen bornehjem nog een Ijslandse tegen die het leuk vond om zo’n vrijgevochten Nederlander te ontmoeten. Zonder dat daar wat vonkte was dat voor mij de ultieme afsluiting, zo’n gevoel van dat ik nog in de markt lag. De paar dagen Kopenhagen waren voor mij niet zo belangrijk meer, ik had mij doel bereikt.

ugledige

Eigenlijk is vakantie niet per definitie iets dat je met baby’s moet doen. Het is goed voor jezelf om uit te vinden of je flexibel genoeg bent om met een baby in een vreemde omgeving toch de goede dingen kunt doen. Maar die kleine mensjes zijn op zoek naar een vorm van regelmaat, die bruut verstoord kan worden door het fenomeen vakantie. Ik ken helaas verhalen die grenzen aan een te verre vorm van egoïsme, waarbij de veel te jonge kinderen in de lease auto van Pa worden gegooid en in een noodgang wordt er naar een costa gescheurd, om daar ‘gezellig’ met z’n allen op het strand te bakken. Nee, we hebben het leuk, zolang de ouders het maar leuk vinden.

Chris is best wel makkelijk gebleken deze vakantie. De auto was volgens mij nog het ergste dat hij meemaakte, maar dat was eigenlijk ook best te doen. Elk vreemd nieuw bedje werd door Martina aangekleed met Nijntje, popje, schud-schud-Nijntje, ping-ping, meneer blauw en hondje wafwaf, waardoor er voor hem niet zoveel veranderde. Zelf op de tussenstations, hotelletjes waar we maar 1 nachtje bleven en met z’n allen op elkaar gepakt waren, sliep hij als een roos. En net als thuis waren de grootste drama’s als wij iets anders van plan waren dan hij en hij zijn spel moest onderbreken. Meneer heeft een sterke eigen wil.

Ik ben niet zo’n vakantie mens. Maar deze vakantie op deze manier is mij goed bevallen. We hebben redelijk wat rust gehad, genoeg gezien en we hebben samen dingen gedaan. Dat is erg belangrijk geweest voor ons allemaal.

 

jaar 1.8 Milde verwaarlozing

De aanhoudende “nee, nee, nee, neej” is niet meer weg te denken bij ons in huis. Eigenlijk is elk voorstel wel een “nee, nee, nee, neej”, maar gelukkig zijn de meeste “nee, nee, nee, neej’s” niet echt gemeend. Het eigen willetje is heel duidelijk aanwezig. Het verbaast ons dat hij zoveel begrijpt. De eenvoudige opdrachten als: “leg dat maar op je bordje” zijn geen probleem meer. Steeds vaker landen de wat gecompliceerdere dubbele opdrachten ook. “ga op je beer zitten en eet je koekie” levert een volgzaam jochie op dat met zijn koekie (dat anders door de hele kamer te vinden is) op zijn zit-beer gaat zitten. Chris volgt graag dit soort logische opdrachten, maar de “nee, nee, nee, neej” wordt ingezet als het gaat om de onderbreking van zijn eigen plannetjes. Hij heeft bijvoorbeeld door hoe de hordeur naar de tuin open moet. Als het nou slecht weer is, heb ik liever niet dat hij buiten rond kruipt. Hij is nog te lui om voortdurend te lopen dus wordt anders zijn broek vies van al dat gekruip. Als hij bezig is om aan die deur te pulken krijgt hij al een “nee” die soms  geaccepteerd wordt, maar messtal… Als hij het in zijn hoofd heeft dat hij naar buiten wil, dan gaat hij en moet je hem met veel drama, gehuil en gekronkel uit die tuin vissen. Waarna hij het na het neerzetten in de kamer gewoon weer opnieuw probeert en zoniet met nog meer theater terug op zijn plaats gezet wordt. Chris wil “zelf doen”, “zelf verzinnen”, “zelf bepalen”. Goede voorstellen mogen gedaan worden, maar het nut moet wel worden bewezen. Meestal is de zachte gemotiveerde weg de nieuwe route, maar ja dat kost altijd veel tijd. Dus zal hij ook moeten wennen aan de wat kortere opdrachten, die soms helemaal stroken met zijn idee van de aankomende tijd.

Door de toename in woordenschat is hij ook in staat om meer vorm aan zijn leven te geven. Vanochtend nog wilde hij niet echt op bed stoeien. In het gebrabbel hoorde je duidelijk een aantal keer “beneden” en “eten”. Dat gecombineerd met een duidelijk blik in zijn ogen die van mama naar papa ging, een fronzend gezicht een toonzetting die duidelijk maakte dat er weinig ruimte voor onderhandeling  was, je leert je kind zo onderhand steeds beter kennen. Die Derek Ogilvie heeft volgens mij een gave om die subtiele signalen bij kindertjes te herkennen en die duidelijk te maken aan de jonge ouders. (ik waag me niet aan paranormale energetische zielsverbanden of telepatische connecties, want dat gaat me wat ver) Eén van zijn opmerkingen weet ik nog heel goed: Een kind van iets ouder dan één jaar wil graag zelf aan de slag, terwijl sommige ouders de neiging hebben om alles voor het kind te willen regelen om verschillende redenen overigens. Het idee van gemak is belangrijk of snelheid kan een goed argument zijn, maar ook faalangst in de vorm van tegenoverdracht (je eigen faalangst geprojecteerd op het kind). Ook is de buitenwereld een belangrijke factor. Waar het binnen het eigen huis af en toe ‘huize flodder’ is, is het enorm belangrijk om de buitenwereld een ander beeld te geven. Dus een kind wat er een zooitje van maakt is voor sommige ouders niet te tolereren.

zelf eten1 

zelf eten2 

zelf eten3 

zelf eten4 

zelf eten5 

zelf eten6 

zelf eten7 

zelf eten7 

zelf eten9 

zelf eten10

Ik heb geen zin om elke keer alles schoon te maken en net als die “iederwijs” scholen de kinderen zelf hun ding te laten doen om zo de optimale ontwikkeling te volgen. Maar ik besef me ook heel goed dat een kind wil proberen en fouten wil maken, om het zo de volgende keer beter te kunnen. Dat is heel belangrijk, fouten maken is essentieel. Maar fouten mogen maken is aangeleerd en dat is iets waar ouders aandacht aan moeten besteden. Ik weet van mezelf dat ik daar niet zo goed in ben. Als ik brain training op de DS speel, zorg ik er voor dat ik het de eerste keer zo goed doe dat de groei minimaal is. Dat is nou net de lol van het spel, dus zie ik mijn hersenleeftijd alleen maar ouder worden en na een paar keer haak ik al weer af. Ik heb moeten leren fouten te maken om zo ruimte voor mijn eigen ontwikkeling en die van anderen te creëren. Bij kinderen is dat net zo belangrijk als bij volwassenen, alleen ga je er van uit dat de ontwikkeling bij ouderen niet meer bestaat uit ‘netjes eten’, en dus wordt het meteen complex. Vandaar dat bij die management trainingen vaak gekozen wordt voor sportieve dingen die niemand nog gedaan heeft en je zo elkaars ontwikkeling op een andere manier leert kennen. In feite komt het er op neer dat je respect hebt voor de ontwikkeling van de ander, zonder te veroordelen. Dan kun je verder bouwen met elkaar en wellicht de veiligheid opzoeken om te leren van elkaar.

Mijn coach noemde in dat opzicht de “milde verwaarlozing”. Moeders willen beschermen, zien overal gevaar in. Vaders zoeken graag een beetje risico op, en houden het van een afstand in de gaten. Management stijlen zijn meestal onbewuste keuzes van mensen die geleerd zijn in de jeugd. Da’s mooi om te weten als je aangestuurd wordt door een manager die elke poep en scheet in de gaten wil houden.

jaar 1.7 jantje lacht…

In de westerse wereld is de trend van haasten een must geworden. Snel, sneller, snelst is de boodschap, maar aangezien ieder weldenkend mens weet dat dat commercieel gezien zijn vruchten afwerpt, is het voor de mens achter dit verhaal niet zo goed. Daarom zijn er tegentrends ontstaan als anarchisme en de hippies in de jaren 60 en 70, al snel gevolgd door ziektes als RSI en ADHD. De behoefte om alles een plaats te geven en in de veelvoud van bomen de weg door het bos te kunnen vinden, werd het volgen van therapie eerst gewoon en daarna een arbeidsvoorwaarde. De laatste jaren is het maatschappelijk verantwoord om samen met andere managers een weekend in een zweethut te gaan zitten of een holistische klankschalen workshop te bestellen op internet om zo weer geheel in staat te kunnen zijn om de vluchtigheid aan te kunnen. Je moet toch wat, zo lijkt het.

huilen_1 

huilen_2 

huilen_3 

huilen_4 

huilen_5 

huilen_6 

Chris heeft ontdekt wat “Nee” zeggen inhoudt. “Nee” betekent een keuze om iets naar je eigen hand te zetten. Dus heel schattig zegt hij met dat hoge stemmetje “nee, nee, nee, nee” of een hele lange zingende “neeeeeej” op momenten dat hem dat uitkomt. Als dat bijvoorbeeld bij het eten gebeurt, kun je 3 seconde later weer datzelfde hapje aanbieden dat gretig aangenomen wordt. Zijn “nee’s” zijn nog niet langdurig. Maar de implicatie van onze “nee’s” is bij hem goed doorgedrongen. Meneer heeft een eigen willetje en soms komt dat niet helemaal overeen met de werkelijkheid die wij voor ogen hebben. Chris kan dan echt een drama maken: Languit op de grond, gezicht naar beneden en gillen maar. Maar ook dat heeft een beperkte marktwaarde. Het ligt er een beetje aan hoe moe hij is, maar net zoals de fotosessie van hierboven, over het algemeen is hij binnen een paar seconde weer helemaal de andere kant op gedraaid. Bijzonder!

Hoe lang duren emoties bij jou? Of misschien moet de vraag zijn “hoe lang blijven emoties hangen?”. Het moet een nut hebben om geleerd te hebben om emoties lang vast te houden, want van kinds af aan is dat niet het geval. Chris maakt mee, voelt iets, maakt weer wat anders mee, voelt weer wat anders en dan kan er dus binnen 10 seconde twee totaal verschillende emoties te voorschijn komen. Chris leeft in het moment, in het nu. Er zijn wat factoren die wat langer bijdragen aan emoties, zoals honger, pijn en slaap, maar voor de rest is hij zoals hij op dat moment is. Wij volwassenen zijn in dat opzicht niet zo authentiek meer. Consistentie, voorspelbaarheid, gebalanseerdheid, gedragenheid, op kunnen vertouwen, zijn de waardes die sterk gelden. In onderzoeken naar goede managers komt naar voren dat dit het gedrag is van wat van een goede manager verwacht wordt en natuurlijk van een werknemer die graag carriére maakt. Maar iedereen kan op zijn klompen natellen dat hier iets in ontbreekt. De menselijke factor die een baby als Chris zo schattig en eerlijk maken, zijn in dit type managers niet te herkennen. Als je nu een écht goede manager hebt dan is deze in staat om veel authentieker te handelen, veel menselijker. Maar dan wordt de manager ook een leider en spreekt hij mensen aan.

Emoties moet je durven tonen. Vroeger vond ik kinderen eng, vooral omdat zij onvoorspelbaar allerlei emoties konden laten zien. De grootste angst die ik had was dat ik de schuld zou krijgen van een plotselinge huilbui. Maar misschien was ik nog wel meer bang voor dat ik niet meer zou moeten weten wat ik zou moeten doen. Nu ik zelf vader ben en het soms ook niet meer wist of met mijn emoties onder mijn arm liep, heb ik ook gemerkt dat je gewoon ook maar iets kunt gaan doen. Doe maar iets dat op dat moment kan en merk wat er gebeurt. Niet altijd komt het goede eruit, maar het is wel in het nu. Daar heb ik geen cursus boomknuffelen voor nodig.

jaar 1.7 vrienden

jongetje

Na 20 jaar heb ik afgelopen maandag Jongetje laten inslapen. Hij was op. Uitgemergeld, chronische blaasontsteking, nierproblemen, hartruis, vocht achter de longen en flink uitgedroogd door het hete weer. Maar nog steeds een vriend. Je hebt van die katten die arrogant zijn, of afstandelijk, speels en agressief, kroelkatten die altijd op je willen zitten, katten die zich gehecht hebben aan het huis in plaats van aan de mensen, buitenkatten die alleen komen eten; Jongetje was een vriend. Hij had een zeer zacht karakter, alert op sociale interacties, waar hij overigens graag aan meedeed door mee te kletsen, vaderlijk, vergevingsgezind, ach zo heb ik mijn vrienden graag. Na 20 jaar heeft hij ook 4 lange relaties van mij meegemaakt, met alle ups en downs natuurlijk, een paar vluchtige, hij heeft me gezien toen ik blij was en verdrietig, opgewekt en depressief. En al die tijd was hij de stabiele factor waar ik aan gewend was en die ook aan mij gewend was. Als dat geen vriend is, dan weet ik het niet. Jongetje kwam vaak iets te dicht bij zitten, keek me aan (wat weinig katten doen) en als dat niet genoeg was pulkte hij voorzichtig met zijn poot aan mijn broek ten teken van aandacht. Dat, ondersteund met een zachte ‘mrrauw’, heeft me vaak terug doen dalen op de wereld op momenten dat het wat zwaar was. Het heeft daarom ook pijn gedaan om hem te laten inslapen. Alsof een stukje verleden met hem verdwijnt. Het verdriet is een berusting, het is goed zo.

jongetje 

jongetje

Vrienden zijn in het leven belangrijk. Zo heb ik bijvoorbeeld sinds een paar jaar weer contact met een oude jeugdvriend van de middelbare school, die na een aantal omzwervingen in Nederland ook in Almere terecht is gekomen. Dat is bijzonder. Ondanks dat we allebei papa zijn, dus druk, proberen we de agenda’s vrij te maken voor wat ouderwets bier drinken, zoals we dat vroeger ook deden. Onze vriendschap is een herinnering aan het oude, waarbij we niet tegen elkaar moeten opboksen om te bewijzen wie we zijn, dat hebben we al gedaan jaren terug.

Op het consultatiebureau waar Chris zijn anderhalfjaarlijkse checkup had, werd de vriend-vraag ook gesteld: “Speelt hij met leeftijdsgenoten?”. Samen spelen doet hij niet. Chris speelt graag in de buurt van andere kinderen, vindt het enorm boeiend om oudere kinderen te bekijken, om te zien wat die doen, wat hij nog niet kan en pakt graag van andere kinderen speeltjes af. Zoals ik al eens eerder beschreven heb: Kinderen van deze leeftijd zijn qua spelen egoïstisch. Dat zal wel veranderen. De vraag van het consultatiebureau was dus niet zo goed, ze had moeten vragen: “speelt hij naast leeftijdsgenoten?”, dan was het OK.

Gelukkig ging Chris afgelopen zaterdag lopen. We waren bij een wip-kippenspeeltuin waar Chris de behoefte had om van de ene wipkip naar de andere te gaan. Maar… er was gras op de grond. Chris vindt het gevoel van gras tussen zijn vingertjes vies, naar, rot, vervelend. Dus stond hij op en liep hij ineens 4 meter naar de kip. Wij helemaal trots natuurlijk. Hij herhaalde het truukje nog een paar keer, alsof hij het al jaren deed. Hij is waggelig en nog wat instabiel, maar het ziet er niet uit alsof het net een paar dagen geleden is. Bij het consultatiebureau kreeg ik dus geen podologische preek, het enige twistpunt dat ze aankaartte was zijn uitslag van de hitte. Hij heeft mijn huid, dus bulten in de zon. De acceptatie van mijn analyse was ver te zoeken en ze pende driftig erop los. Voedsel, zonnebrand, zalf, kleding, wasmiddel, zweet, beestjes, alles moest bekeken worden van haar. In dat opzicht heb ik toch meer aan de reactie van Anne Fleur (die arts van het allergieonderzoek van Euro preval) die zei dat je van alles kon onderzoeken, maar ook kon afwachten tot het weer gebeurde en dan verder kijken. Dat is ook een onderdeel van het principe achter Ockham’s Razor: Wanneer er verschillende hypothese zijn die een verschijnsel in gelijke mate kunnen verklaren, wordt vanuit dit principe aangeraden om die hypothese te kiezen welke de minste aannames bevat en de minste entiteiten veronderstelt. (wikipedia) Dus denk ik dat mijn allergie ook bij Chrisje terug te vinden is, lijkt me erg logisch.

Het idee dat ik met dit super leuke jongetje nog jarenlang samen dingen mag doen, doet me goed. Natuurlijk is dat geen vriendschap, dat kan niet in een ouder-kind relatie. Daar zit een verschil in positie in die de zuiverheid van de vriendschap in de weg staat. Maar dat geeft niet, met de kat was er ook geen zuivere vriendschap. En dat leverde toch ook een prima gevoel op.

jaar 1.7 Sociaal gestoord

Einde van het schooljaar betekent afscheid nemen. Dit jaar verlaten weer een paar collega’s het strijdtoneel om de oorlog op een andere plek voort te zetten. Dit jaar valt het mee en hoefde ik vanuit mijn positie alleen aanwezig te zijn bij het afscheid van een directeur. Dat is niks voor mij. Vroeger dacht ik dat afscheiden niks waren omdat het ongeacht de persoon, altijd emoties bij me oproept. Ik ben zo iemand traantjes voelt opkomen bij zo’n geraakte, echte annecdote waarin de liefde voor het vak, of de zorg voor leerlingen naar voren wordt gebracht. Natuurlijk laat ik dat niet zien, ik ben een man. Maar dat is niet de reden om een hekel aan afscheid nemen te hebben.

sociaal?

Op de dagopvang is het wegbrengen van Chris, in vergelijk met andere kindjes, een genot. Tegenwoordig begint hij te brabbelen vanaf het verlaten van de auto tot in het lokaaltje. Iedereen wordt beschreven en aangesproken en als iemand iets tegen hem zegt, krijgt die antwoord. Ik vind het altijd wat lastig om met kind op de arm en tas met spullen het lokaaltje binnen te komen en dan alles op zijn plek te zetten. Daarom zet ik Chris in het midden ergens neer, die spontaan in de richting van en favotiet speelding gaat. Als ik dan terug kom uit de keuken waar ik zijn melk neer heb gezet zie ik de glimmende oogjes al weer mijn richting inkijken en klinkt er een luid gebrabbel over iets dat hij heeft gezien en natuurlijk met zijn vader wil delen. Niets is leuker dan zelf iets meemaken, en dat ook nog eens kunnen delen met je geliefde. Het bijzondere van die kleine mensjes is de schijnbaar ongeordende samenleving, dat elke keer maar net goed gaat. Zonder in ogenschouw te nemen wat de prioriteiten van een ander zijn, is het enthousiasme, de grootte en de snelheid de primaire factor. Chris dendert door veel heen, de factor enthousiasme is erg groot bij hem. Maar toch gaan de andere kindertjes niet van te voren aan de kant als hij er aan komt. Noch zoekt hij steeds dezelfde kinderen op. Er ziet iets egoïstisch in die kleine mensjes, empathie wordt pas later ontwikkeld. Maar veel hoofdbrekers levert het niet op: Sociale orde is overzichtelijk en wordt ter plekke bepaald. Heel langzaam en steeds meer herken ik bepaalde patronen in de groep. Gelukkig zijn de kinderen zich er zelf niet echt van bewust. De primaire emoties zijn nog steeds lijdend.

Bij die afscheidsbijeenkomsten zie ik soms van die lachende collega’s rondhobbelen die elke impuls vorm geven, die elk te lang gesprek vriendelijk beëindigen, die laverend door de menigte de juiste mensen spreken en dan ben ik jaloers. Mijn taktiek bestaat uit een strategische plek uitzoeken, wachten wie bij me komt zitten en me ongemakkelijk voelen als ik weer weg wil, want hoe pak ik dat nou weer aan. Deze laatste keer bij het afscheid had ik tijd om de groep in ogenschouw te nemen. De koppeling met die kleine mensjes was al snel gemaakt kan ik je zeggen. En natuurlijk is er niet zoveel verschil. De populaire kinderen kletsen veel en hard en trekken weer anderen aan. Hij die het meest populaire mobieltje heeft, heeft de kijkers op zijn hand. De ordening die er is is willekeurig, maar grotendeels gebaseerd vanuit een plaatje dat mensen in hun hoofd hebben. Bij NLP heb je zo’n methode waarbij je de namen van mensen uit je omgeving of in een situatie opschrijft op losse briefjes en ze dan positioneert rondom jezelf. Daardoor kun je inzicht krijgen in je beelden en onderlinge verhoudingen en vooral als je de juiste vragen stelt, ook in hoe je het kan veranderen. ‘The truth is in the eye of the beholder’.

Mijn slapeloze nachten bestaan uit sociale ongemakken die ik veroorzaak in mijn onhandigheid. Blijkbaar ben ik erg gevoelig voor dat soort signalen en heb de behoefte om het goed te doen. Maar ik heb mijn les ook wel geleerd. Als ik me voorstel vanuit een positie in zo’n gezelschap rond te lopen, wordt het al veel minder spannend. Raar hé? Maar door me op te stellen als MR voorzitter, gaat het stukken makkelijker. Eigenlijk vreemd dat zo’n gedachte helpt. De wereld, mijn wereld heeft wat hulp en duidelijkheid nodig. In opvoedingssituaties doe je niets anders natuurlijk. De kaders en situaties beschrijven en verduidelijken is wat kinderen helpt een plaatje compleet te maken en te snappen. Wel grappig eigenlijk dat je tegen je kinderen zegt: “nee, het is niet eng, die andere kindjes zijn hier ook voor het eerst.” Terwijl je dat net zo goed tegen jezelf kan zeggen. Is niet iedereen sociaal gestoord in dat soort social soiree’s? Heeft niet iedereen een onzekerheid in de omgang met anderen? Ik ben vast niet de enige.