Kinderen opvoeden is onbewuste kopietjes maken van je eigen wensen. Daar ben ik de afgelopen jaren wel achter gekomen. Zonder daar nu meteen een oordeel over te vellen heb ik wel gemerkt dat veel ouders ermee bezig zijn om de waardes in het leven, de dingen die zij belangrijk vinden, terug te laten komen in het kind. Nogmaals dit is geen waardeoordeel, zo is de werkelijkheid. Uiteraard is dit voer voor psychologen. Overdracht en tegenoverdracht zijn belangrijke begrippen. Daarnaast zijn vormen van narcisme, en natuurlijk mildere vormen van specifieke karakter kenmerken terug te vinden in kinderen. In extreme gevallen worden kinderen verknipt, te veel gericht door de neurose van de ouders. Maar in het nieuwe geloof is er steeds meer overtuiging dat kinderen per definitie last hebben van de neurose van hun ouders. Zoals mijn moeder altijd zei: “het is niet goed of het deugt niet”. In onze zorg samenleving lijkt het wel gewoon te worden dat iedereen na een voltooide puberteit een verwerkingsproces moet gaan inzetten. Uiteraard onder deskundige begeleiding, daar is tenslotte geld in te verdienen. En het resultaat: een verstoorde relatie met je ouders, tenslotte hebben zij geen therapie gevolgd en stappen ze er geen bal van.
Wij denken bijvoorbeeld dat Chris een erg vrolijk jongetje is. Ik heb jullie al eens eerder verteld over zijn vrije houding als wij in de stad lekker aan het winkelen zijn. Het lijkt dan wel of hij zich nergens voor schaamt en met iedereen contact wil maken. Vrijelijk danst hij op de opzwepende muziek die moet leiden tot een groter koopgedrag. Zo spreekt hij graag mensen aan die over straat lopen er iets niet weten wat hij wel weet. Het lijkt wel alsof er geen vrolijker en vrijer jongetje bestaat.
Over twee maanden moet Chris naar school. Dat is een bijzonder moment. En dat betekent ook dat van de ene zorginstellingen hij naar de volgende overgedragen wordt . Al eerder hadden wij bij wisseling van de groepen binnen het centrum een overdracht gehad, dat werd een 20 min gesprek genoemd. De conclusie toen was dat eigenlijk wel dezelfde dingen liet zien thuis als op het centrum. Helaas was dat deze keer niet de situatie. Complimenten voor de leidster, dat moet voorop staan. Ze had er moeite mee om het ons te moeten gaan vertellen. Waar wij hoopten op complimenten het liefst in ruime bewoordingen over zijn enorme taalgevoel, zijn geweldige rekenkracht en wel in verschillende talen, zijn muzikale gevoel, zijn zorgzaamheid voor anderen maar vooral zijn vrije houding ten opzichte van de moeilijke dingen in het leven, kregen we een beeld geschetst van een te klein jongetje dat niet wilde eten, dat veel al in zijn eentje aan het spelen is en fysiek achterloopt op kinderen van zijn leeftijd. Zo heeft hij moeite met rennen, de leidster noemt het een soort van hardlopen. Hij is snel uit het veld geslagen als er iets aan gedaan wordt, zoals een speeltje afgepakt. Hij was laatst met zindelijk worden, laat met aankleden. Hij is weinig zelfstandig en zoekt ook weinig uitdaging met andere kinderen behalve kinderen die veel jonger zijn dan hem. Kortom: op school zal hij het moeilijk krijgen. Uiteraard vroegen wij dan wat er wel positief was aan het verhaal met Chris. Het kan zijn dat ik het niet meer heb willen horen, of dat ik het gewoon verdrongen heb, volgens mij kwam er namelijk geen antwoord meer. Er waren wel factoren te noemen die mede aan de grondslag lagen van zijn gedrag in deze groep. Zo is de groep erg groot in verhouding met andere groepen, wat ook veel drukte oplevert voor Chris. Chris als kind alleen weet daar vaak niet goed mee om te gaan. En helaas moet ik bekennen dat ons gezinnetje inderdaad erg vaak op zoek is naar rust. Ikzelf ben een fervent tegenstander van grote gezelschappen. Mij moet je niet vragen om gezellig naar de Sint intocht te gaan, want dat is voor mij een verzoeking. Dit zijn typisch van die overdracht mechanisme die Chris meekrijgt in de opvoeding.
De andere kant van het verhaal is natuurlijk dat wij als ouders complimenten kunnen aanvaarden over de zekerheid die Chris ervaart in bijzijn. Als wij in de buurt zijn, is de wereld niet zo eng meer. Volgens mij is dat ook een doel van de opvoeding. Het omgaan met tegenslagen en dingen die niet zo leuk zijn is echter iets wat hij nog niet zo sterk ontwikkeld heeft. Maar hoe kun je een kind dat leren? Volgens mij is dat ook niet zo makkelijk, volgens mij is dat een weg van vallen en opstaan. Maar dan moet je natuurlijk wel mogen vallen. En dan komt misschien het tweede overdracht mechanisme naar voren: wij zijn ook erg voorzichtig met Chris. Tenslotte hebben we maar één kind, daar moet je een beetje voorzichtig mee zijn. Wellicht dat dit verandert nu de tweede er aan zit te komen, maar om heel eerlijk te zijn zit het ook wel erg in ons. Mijn broer laat kinderen in het speelterrein achter het huis klimmen en klauteren. De buren houden gezamenlijk toezicht. En natuurlijk gaat het ook wel eens mis, maar dat hoort bij het leven. Onze Chris gaat met ons mee, wij zijn de eerste met wie hij speelt. Het zou fijn zijn als dat gaat veranderen.
Ik heb zo het vermoeden dat zijn carrière op school anders zal gaan verlopen. De vrolijkheid die ik ontdek bij de intellectuele uitdaging en vooral het enthousiasme dat hij uitstraalt en ook erg aanstekelijk is, zal andere kinderen ook prikkelen. Als hij zich dan redelijk safe en op zijn gemak voelt dan denk ik dat zijn ontwikkeling wel de goede kant opgaat. Laten we eerlijk zijn: het is een erg klein jongetje voor zijn leeftijd, en inderdaad erg achter op een aantal fysieke zaken. Maar dat was bij mij ook de situatie toen ik klein was. Het heeft bij mij wel een tijd geduurd voor ik dat een beetje vorm kon geven en het kon gebruiken en uiteraard ook misbruiken. Ik vind het een uitdaging om Chris dit eerder mee te geven dan mezelf.
De neiging is om de grote boze wereld ook zo te benaderen. Maar wellicht moet ik ook een aantal zaken achter mij laten. Mijn neurose’s staan me nu ook in de weg en dit is een mooi moment om ermee aan de slag te gaan. Is het niet voor mezelf, dan heeft Chris het wel verdiend.