De aanhoudende “nee, nee, nee, neej” is niet meer weg te denken bij ons in huis. Eigenlijk is elk voorstel wel een “nee, nee, nee, neej”, maar gelukkig zijn de meeste “nee, nee, nee, neej’s” niet echt gemeend. Het eigen willetje is heel duidelijk aanwezig. Het verbaast ons dat hij zoveel begrijpt. De eenvoudige opdrachten als: “leg dat maar op je bordje” zijn geen probleem meer. Steeds vaker landen de wat gecompliceerdere dubbele opdrachten ook. “ga op je beer zitten en eet je koekie” levert een volgzaam jochie op dat met zijn koekie (dat anders door de hele kamer te vinden is) op zijn zit-beer gaat zitten. Chris volgt graag dit soort logische opdrachten, maar de “nee, nee, nee, neej” wordt ingezet als het gaat om de onderbreking van zijn eigen plannetjes. Hij heeft bijvoorbeeld door hoe de hordeur naar de tuin open moet. Als het nou slecht weer is, heb ik liever niet dat hij buiten rond kruipt. Hij is nog te lui om voortdurend te lopen dus wordt anders zijn broek vies van al dat gekruip. Als hij bezig is om aan die deur te pulken krijgt hij al een “nee” die soms geaccepteerd wordt, maar messtal… Als hij het in zijn hoofd heeft dat hij naar buiten wil, dan gaat hij en moet je hem met veel drama, gehuil en gekronkel uit die tuin vissen. Waarna hij het na het neerzetten in de kamer gewoon weer opnieuw probeert en zoniet met nog meer theater terug op zijn plaats gezet wordt. Chris wil “zelf doen”, “zelf verzinnen”, “zelf bepalen”. Goede voorstellen mogen gedaan worden, maar het nut moet wel worden bewezen. Meestal is de zachte gemotiveerde weg de nieuwe route, maar ja dat kost altijd veel tijd. Dus zal hij ook moeten wennen aan de wat kortere opdrachten, die soms helemaal stroken met zijn idee van de aankomende tijd.
Door de toename in woordenschat is hij ook in staat om meer vorm aan zijn leven te geven. Vanochtend nog wilde hij niet echt op bed stoeien. In het gebrabbel hoorde je duidelijk een aantal keer “beneden” en “eten”. Dat gecombineerd met een duidelijk blik in zijn ogen die van mama naar papa ging, een fronzend gezicht een toonzetting die duidelijk maakte dat er weinig ruimte voor onderhandeling was, je leert je kind zo onderhand steeds beter kennen. Die Derek Ogilvie heeft volgens mij een gave om die subtiele signalen bij kindertjes te herkennen en die duidelijk te maken aan de jonge ouders. (ik waag me niet aan paranormale energetische zielsverbanden of telepatische connecties, want dat gaat me wat ver) Eén van zijn opmerkingen weet ik nog heel goed: Een kind van iets ouder dan één jaar wil graag zelf aan de slag, terwijl sommige ouders de neiging hebben om alles voor het kind te willen regelen om verschillende redenen overigens. Het idee van gemak is belangrijk of snelheid kan een goed argument zijn, maar ook faalangst in de vorm van tegenoverdracht (je eigen faalangst geprojecteerd op het kind). Ook is de buitenwereld een belangrijke factor. Waar het binnen het eigen huis af en toe ‘huize flodder’ is, is het enorm belangrijk om de buitenwereld een ander beeld te geven. Dus een kind wat er een zooitje van maakt is voor sommige ouders niet te tolereren.
Ik heb geen zin om elke keer alles schoon te maken en net als die “iederwijs” scholen de kinderen zelf hun ding te laten doen om zo de optimale ontwikkeling te volgen. Maar ik besef me ook heel goed dat een kind wil proberen en fouten wil maken, om het zo de volgende keer beter te kunnen. Dat is heel belangrijk, fouten maken is essentieel. Maar fouten mogen maken is aangeleerd en dat is iets waar ouders aandacht aan moeten besteden. Ik weet van mezelf dat ik daar niet zo goed in ben. Als ik brain training op de DS speel, zorg ik er voor dat ik het de eerste keer zo goed doe dat de groei minimaal is. Dat is nou net de lol van het spel, dus zie ik mijn hersenleeftijd alleen maar ouder worden en na een paar keer haak ik al weer af. Ik heb moeten leren fouten te maken om zo ruimte voor mijn eigen ontwikkeling en die van anderen te creëren. Bij kinderen is dat net zo belangrijk als bij volwassenen, alleen ga je er van uit dat de ontwikkeling bij ouderen niet meer bestaat uit ‘netjes eten’, en dus wordt het meteen complex. Vandaar dat bij die management trainingen vaak gekozen wordt voor sportieve dingen die niemand nog gedaan heeft en je zo elkaars ontwikkeling op een andere manier leert kennen. In feite komt het er op neer dat je respect hebt voor de ontwikkeling van de ander, zonder te veroordelen. Dan kun je verder bouwen met elkaar en wellicht de veiligheid opzoeken om te leren van elkaar.
Mijn coach noemde in dat opzicht de “milde verwaarlozing”. Moeders willen beschermen, zien overal gevaar in. Vaders zoeken graag een beetje risico op, en houden het van een afstand in de gaten. Management stijlen zijn meestal onbewuste keuzes van mensen die geleerd zijn in de jeugd. Da’s mooi om te weten als je aangestuurd wordt door een manager die elke poep en scheet in de gaten wil houden.