In ons digitale tijdperk worden we continu geregistreerd en bekeken. Meestal gaat dat automatisch door een één of andere computer die merkt dat een andere computer verificatie vraagt en dan komt jouw identiteit voorbij zwerven. Meestal, zeg maar bijna altijd, besteed niemand daar aandacht aan. Bijna alle verificatie gaat ook gecodeerd en ‘in tweede of derde instantie’. Dat laatste betekent dat je niet direct geverifieerd wordt, maar door middel van een inlognaam (zelf verzonnen of niet) en wachtwoord en IP-nummer, PC naam enz. De eigenlijke informatie wordt niet over het net verzonden, je gegevens staan op een andere server. Dat betekent dat je identiteit redelijk veilig is, zeker voor ‘normale mensen’. Er is veel geld te verdienen in het stelen van een identiteit, daar zijn genoeg films over gemaakt.
In Amerika zijn ze erg voorzichtig in het toelatingsbeleid en de verificatie van de identiteit. Ik heb het zelf vorig jaar mogen ervaren. Martina had een reis gewonnen naar San Francisco. Buiten dat je je vloeistoffen apart moest gaan verpakken (dat was al nieuw voor ons) waren er ook allerlei maatregelen om Amerika binnen te komen. Op het einde van de vlucht kreeg je een imigratie formulier, waarin allerlei vragen stonden over het doel van je bezoek, je verblijfplaats en of je van plan was om een overheidsgebouw op te blazen. Na het verlaten van het vliegtuig moesten we in de rij gaan staan voor de douane. Daar werd het formulier gechecked, een vingerafdruk gemaakt, een digitale foto en wat vragen. Martina mocht doorlopen, maar ik niet. Dat is bij mij altijd zo… Als Paul en ik gingen biljarten en achter elkaar aanreden naar huis toe, werd ik aangehouden om te gaan blazen, hij nooit. Nu ook weer. En dan is het ineens Amerika, waar je zomaar ineens terug gezet kan worden op het vliegtuig. In de wachtruimte waren een heleboel buitenlanders. Erg cliché waren het mannen met kaftans en een aantal druk pratende Chinezen. Na een half uur kwam een aardige mevrouw (ik ik niet anders zeggen) me vragen waar mijn oude paspoort gebleven was… Ik sprak natuurlijk ineens geen vloeiend Engels meer, om er voor te zorgen dat zij meer aan het woord zouden gaan zijn dan ik. Ze legde uit dat er iets mis was met een paspoortnummer uit het verleden. Ik heb niets op kunnen lossen voor haar, maar blijkbaar was ik overtuigend genoeg over het vrije Nederlandse systeem waarbij je een vervallen paspoort met een gat erin mee naar huis mag nemen. Ze schudde haar hoofd. Waarschijnlijk had ze wel meer bedenkingen bij dat vrije Nederland. Martina was uiteraard helemaal blij en Chrisje denk ik ook, maar die was toen nog maar een centimeter of 3.
We gaan binnenkort op vakantie en aangezien het net over de grens wordt, moet iedereen in het bezit zijn van een geldig legitimatiebewijs. De mijne was net verlopen, maar voor Chris was er natuurlijk nog niets. We hebben maar besloten hem een eigen legitimatie te geven, dan kan hij met ieder van ons de grens over. Het verschil in geld tussen en identiteitskaart en paspoort is minimaal, dus hij krijgt een volwaardig paspoort. Ik realiseerde me dat dit eigenlijk de eerste keer zou worden waarop zijn gezicht en naam gecombineerd worden in een officieel register. Voor die tijd was hij alleen nog maar een burgerservicenummer, want die kreeg hij al in de derde week. In de toekomst zal het allemaal wel eenvoudiger gaan. Vanaf geboorte zal je DNA profiel bekend zijn en kan dat gebruikt worden om te laten bepalen wie je bent. Ze zouden het nu ook al kunnen doen, ware het niet dat het teveel tijd kost en ook te duur is. Tegen de tijd dat het minder dan 5 sec duurt om een DNA te lezen en verifiëren, dan zal de discussie losbarsten. De discussie tussen veiligheid en eigenheid. Eén van de weinige boeken die ik echt gelezen heb is Ira Levin’s “de dag der dagen”. In die totalitaire staat wordt door middel van je identiteit keuzes voor je gemaakt door een computer. De wil is er nog wel een beetje (ook onderdrukt door drugs), maar de daadwerkelijke keuzes worden niet meer door jezelf gemaakt. Ik hoop dat tegen de tijd dat de technologie zo ver gevorderd is dat deze discussie op gang komt er goede stemmen op zullen komen die de eenvoud zullen bekritiseren. Ik vind er wat engs in zitten.
Tegenwoordig mag je niet zomaar een foto inleveren om in je paspoort te zetten. Er zijn allerlei regels voor bedacht die er voor moeten zorgen dat iedereen eerlijk vergeleken kan worden. Zo ook voor onze schurk. Het blijft natuurlijk erg kansloos om nu een foto te maken van een mannetje van een half jaar oud. Over een paar maanden ziet hij er anders uit en over een jaar zul je moeten gaan zoeken naar de overeenkomsten. Ook zal zijn lengte (nu zo’n 60 cm) geen herkenning meer opleveren. Maar goed, de regels zijn nu eenmaal zo, dus hebben wij ook een pasfoto laten maken. En fotogeniek als hij is, kijkt hij als vanzelf altijd in de camera om te kijken “wat die meneer aan het doen is”, dus lukte het vrij gemakkelijk bij hem. Alleen zijn niet-al-te-intelligente-mond-open was niet te vermijden. Volgens de regels van de goede pasfoto mag dat niet, maar bij het gemeenthuis deden ze daar niet moeilijk over. Waarschijnlijk zijn zij zich ook erg bewust van de tijdelijkheid van de foto. Wel moesten we alledrie bij de aanvraag aanwezig zijn om de identiteit te verifiëren. Ergens was dat wel een bijzonder moment. Een gemeenteambtenaar in de vorm van een jong meisje heeft gecontroleerd dat er een baby Chris Abbing is, dat deze lijkt op de foto bijgeleverd, dat de naam en bugerservicenummer bij elkaar horen, dat de ouders in staat zijn de eenvoudige vragen als “wat zijn zijn volledige namen” en “wat is zijn geboortedatum” te beantwoorden. En als laatste lijkt Chris natuurlijk vreselijk op mij, dus was dat lekker makkelijk.