In Amerika is er een stroming opvoeders die er alles aan doen om kinderen zo snel mogelijk een voorsprong te geven door ze continu te stimuleren en nieuwe zaken aan te leren. Voor een westers opgevoede baby, die dus ook een westerse taal heeft geleerd, is er dan van groot belang om ook een andersoortige taal te leren. Veelal wordt dan gekozen voor Japans. Ik heb eens een documentaire gezien waarin een wat overijverige moeder met een veel te kleine baby continu bezig was om blokjes te voorschijn te toveren, te tellen bij alles wat ze aan het doen was, te benoemen wat ze van plan was te gaan doen, waarbij de baby met grote ogen naar haar keek, onder de indruk van alles wat zijn moeder had verzonnen. Na verloop van een paar jaar was dit kind inderdaad instaat om vloeiend Japans en nog een paar andere talen te spreken, in rekenen was hij ook al een aantal jaren vooruit, hij was net begonnen met een aantal pianoconcerten uit zijn hoofd te leren en alles leek de goeie kant op te gaan. Ik kreeg een beetje de kriebels om rug. De overdrevenheid van de intelligentie, met name de waardering die de ouders denken dat er in de maatschappij voor is, klopt volgens mij niet. Uiteraard leven wij in een maatschappij waarin kennis als een belangrijk goed wordt gezien. In onze kennismaatschappij is kennis macht en dus ook geld. En deze ouders sluiten bij dit fenomeen erg goed aan. Dan weet ik niet meer of de documentaire nog verderging of dat ik het gedroomd heb, maar ik kan me nog herinneren dat op latere leeftijd deze jongeman, deze over gestimuleerde jongeman, tot een niet willende nietsnut was opgegroeid. Maar waar ik al zei, ik weet niet of dat mijn droom of werkelijkheid was.
De laatste dagen is Chris bezig met het ontdekken van zijn lichaam. Hij blijkt handen te hebben,voeten zijn ook erg leuk om naar te kijken, en de laatste ontdekking is dat die handen ook functioneel ingezet kunnen worden. Onhandig als die is op dit moment probeert hij van alles en nog wat vastpakken. Als je hem leuk speeltje aanbiedt, dan gaat met name het linkerhandje ernaartoe om het vastpakken. Zijn vingertjes doen nog echt niet wat ze zouden moeten doen, het grijpen is enthousiast maar nog niet functioneel. De typische baby beweging als hij eenmaal wat vast heeft, van heel hard met je hand op een neer gaan, komt er ook steeds meer. Het is zo schattig om te zien. Dat gecombineerd met het proberen te praten, levert een enorm snoepje van een baby op. Bovenstaande foto is ook wel het mooiste voorbeeld van hoe het jongetje nu bezig is. Hij lacht veel en vindt zoveel leuk dat het voor ons als ouders enorm uitdagend is om te investeren in deze kleine man. Nu is mijn Japans de laatste jaren wat afgezakt, die taal zal ik hem dus niet aan gaan aanleren. Maar ik kom zelf uit de achterhoek, Duits is mijn tweede taal. Wij keken vroeger altijd naar de Duitse tv. Tenslotte waren er maar drie Nederlandse zenders, en op Duitsland waren er naar mijn weten vier. Dat betekent dat je als kind meer keus had op Duitsland dan op Nederland. Dus het Duits kwam met de paplepel binnen. Helaas heb ik niets met Duits, ik gebruik het eigenlijk alleen als ik iets op een harde manier, onomstotelijk tegen iemand wil zeggen. De functie is dan gebruik te maken van de harde klanken, ik heb tenslotte een Duitser nog nooit iets op een aardige toon horen zeggen. Over inhoud praat ik niet. Wat mij wel leuk lijkt is als Chris door de tv, films, boekjes ook van kleins af aan al een tweede taal bij zou kunnen krijgen. Maar op dit moment zou dat heel erg gemaakt zijn. Wij spreken tenslotte thuis maar een taal.
Het tweede wat dan een beeld komt is dat het leuk is als een kind zo vroeg mogelijk kan lezen en schrijven, rekenen is ook erg handig. Zelf heb ik volgens mij misschien 20 boeken in mijn leven uitgelezen. Ik ben een meester geworden in het lezen van omslagen, samenvattingen, verslagen van andere mensen, kortom ik vind lezen eigenlijk niet leuk. Elke zomervakantie probeer ik mezelf wel eens de verliezen in een goeie sciencefiction, en dat vind ik dan nog wel aardig. Maar boeken moeten mij een doel geven, en te veel boeken zijn voor mij doelloos. In een leerboek zoek ik informatie op die in nodig heb, de rest leg ik in de kast voor als ik weer wat nieuws nodig heb. Kennis op afroep, kennis met relevantie, dan wil ik wel lezen. Als iemand mij voorleest wordt echter anders. Nu bezig ben met spraakherkenning op de computer, ben ik erachter gekomen dat er legio programma’s zijn die digitale boeken, PDFjes, e-mail’s aan mij voor kunnen lezen. Ondanks het feit dat het nog steeds een digitale stem is, is dat iets waar ik prima naar kan luisteren en veel beter tot mij neem.
Chris die met zijn Nijntje knisperboekje net doet of die aan het lezen is, doet mijn hart smelten. Ik weet nog niet of dat smelten nu komt omdat ik voor het eerst zie dat het net lijkt alsof hij voorloopt op iets, of omdat ik hoop dat hij in tegenstelling tot mij, wel heel graag gaat lezen. Sociaal lezen is een andere kwestie. Ik weet zeker dat Chris het geweldig vindt als je hem een verhaaltje voorleest. Maar dat heeft op veel meer te maken met het enthousiasme waarmee je voorleest. Mijn moeder kan dat ook zo goed, maar die heeft dan ook haar werk van gemaakt. Ik realiseer me net trouwens dat mijn aversie tegen lezen waarschijnlijk ontstaan is omdat mijn moeder altijd las. En aangezien ik tegendraads wilde zijn was lezen geen optie. Logischerwijze zou dat met Chris dus nu omgedraaid moeten zijn. We zullen het merken.