Wat een storm gisternacht! Ze hadden aangekondigd dat het wat zou gaan waaien met windstoten, maar zoals het gisteren om 3:00 ging was wel heftig. Binnen een paar minuten zag ik bliksem aankomen, continu flitsen, de regen werd harder, windvlagen begonnen harder te beuken tegen de voorkant van het huis, de regen werd hagel, knikkers zo groot, wind werd razenernij, hagel vloog horizontaal en alsof een vliegtuig veel te laag overkwam ontstond een gebrul dat 5 minuten aanhield. Je hoeft mij als doorgewinterde tornado-kenner niet veel meer te vertellen toen ik met Chris in mijn armen in het midden van de kamer stond, graag had ik meer willen zien en dichter bij willen gaan, maar het was vreselijk eng.
Wanneer de passie of fascinatie ontstaan is weet ik niet. De kracht die uitgaat van een ronddraaiende wind vind ik heel bijzonder. Het heeft ook iets moois, iets natuurlijks, iets onbedwingbaars. Angstig is het ook, maar ik loop dan graag precies op de grens. In mijn leven heb ik drie voorvallen mogen meemaken: De eerste was een waterhoosje in het zuiden van Portugal. Mijn vorige vriendin en ik vierden daar onze laatste vakantie samen, op zoek naar elkaar. Als verrassing had ik een stormfront zien aankomen en nam ik haar in de gehuurde auto mee naar een stuk strand verderop om de storm richting land te zien komen. Die was heftig, veel onweer, half in de schemering. En in één keer dwaalde een hoosje naar beneden, bleef een minuut stabiel en was verdwenen. Ik heb er nog een foto van gemaakt, maar het rolletje is bij haar spullen terecht gekomen. De tweede was een waterhoos die over de afsluitdijk trok. Je moet daarvoor wel heel getrainde ogen hebben gehad. Het was de werkweek Ameland dat mijn schoonzus ook mee ging. Eigenlijk was het niet meer dan opspattend water. Grappig was wel dat een visser helemaal in zijn boot dook toen hij notie van dat ding kreeg. En de derde was de tornado van Muiden in aug 2002 die ik mocht bewonderen vanaf het balkon van de flat van Martina van 4 hoog. Ik heb het front zien aankomen, ontwikkelen, de draaiïng en condensatie, en het dalen van de tornado. Zelfs het puin aan de onderkant van de hoos heb ik zien opspatten.
Gisteren was een nacht zoals zo velen. Het verschil bestond er uit dat Chris nog steeds een beetje ziek is en ik wat voorzichtiger met hem ben. Om half twaalf werd hij wakker om wat te drinken, maar na 30 ml viel hij weer in slaap en was niet wakker te krijgen. Ik maakte me geen zorgen, tenslotte was hij ziek en had de mevrouw van het consultatiebureau verteld dat babies de ene keer meer drinken dan de andere keer. Het enige wat ik niet wilde was dat ik hem in zijn bedje zou gaan leggen en dat hij dan over een uurtje weer wat zou gaan willen drinken. Daarom legde ik hem in zijn kinderwagen en ging zelf even op de bank liggen. Drie uur later werd ik wakker van zijn gehuil en ging snel zijn luier vervangen, flesje maken en dat ging er beter in. Zonder echt te letten op wat er buiten gebeurde vielen me toch wat dingen op. Zoals die aankomende bliksem, die schijnbaar tegen de windrichting in bewoog.
Voordat ik het wist zaten we er midden in. Maar er zat een verschil in hoe ik vroeger zou reageren en nu. Chris zat op mijn arm en mijn adrenaline gierde door mijn lichaam. Vroeger zou ik bezig zijn met foto’s, film, zien en kijken. Maar mijn vader-gevoelens begonnen te overheersen. Het mannetje zat op mijn rechterarm, ik had hem helemaal ingeklemd en dat vond hij wel heerlijk. Hij sliep diep. Mijn drukte scheen hem niet te deren.
Toen het hoogtepunt voorbij was en ik natuurlijk geen twister had kunnen ontdekken, ging de wind ook helemaal liggen (zie grafiek). Op dat moment keek ik naar Chris die nog steeds in mekaar gedrukt in mijn rechter-arm-houdgreep zat, hij deed zijn ogen open en lachte naar me. Daarna viel hij weer helemaal in slaap. Ik denk dat wij elkaar begrijpen.